Ram (geslacht)Het geslacht Ram is een Nederlands geslacht waarvan leden sinds 1835 tot de Nederlandse adel behoren en in 1980 uitstierf. GeschiedenisDe stamreeks van het geslacht begint met Philips Ram Evertsz, geboren in 1475, schepen en burgemeester van Amersfoort. Een bijzondere telg is Adriaen Ram, die in de jaren-1640 katholieke schuilkerken inricht in kasteel Schalkwijk en stadskasteel Clarenburg te Utrecht, en die deswege voor tien jaar uit het gewest wordt verbannen.[1] Bij Koninklijk Besluit nr. 12 van 4 juli 1835 werden Willem Elisa Ram en de zeven kinderen uit het huwelijk van zijn overleden broer mr. Laurens Elisa Ram (1782-1828) met jkvr. Magdalena Antonia van de Poll (1790-1859) verheven in de Nederlandse adel met het predicaat jonkheer en jonkvrouw. Een jaar later werden ook de twee kinderen uit het huwelijk van wijlen hun broer Albert Jan Leonard Ram (1784-1834) met Paulina Jacoba van Zwijndrecht (1782-1831) in de adelstand opgenomen (K.B. nr. 77 van 8 juni 1836). Het geslacht Ram leverde bestuurders (met name in de provincie Utrecht) en militairen. Het stierf in 1949 in de mannelijke lijn uit met Henri Ernest Ram (1864-1949) en in 1980 in de vrouwelijke lijn met zijn dochter jkvr. Johanna Louise Charlotte Ram (1898-1980).[2] Bekende telgen
Bronnen, noten en/of referenties
|