Purpersnedemycena

Purpersnedemycena
Purpersnedemycena
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Mycenaceae
Geslacht:Mycena
Soort
Mycena pelianthina
(Fr.) Quél. (1872 [1])
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De purpersnedemycena (Mycena pelianthina) is een paddenstoel. Hij leeft saprotroof op bladstrooisel, vooral van Fagus en eiken (Querus), in loofbossen op (matig) voedselrijke, kalkhoudende bodem.[2]

Kenmerken

Uiterlijke kenmerken

Hoed

De hoed heeft een diameter van 3 tot 6 cm. De vorm is aanvankelijk puntig, daarna afgeplat, vaak wat onregelmatig golvend. Soms is er een stompe umbo. Het hygrofane oppervlak is vochtig, vettig en grijsviolet tot lichtpaars gekleurd. Opgedroogd is het vanuit het midden dof en lichtbeige tot witachtig, maar het behoudt een violette tint. De rand van de hoed is wat radiair gerimpeld en scherp indien droog en dan mat en bruingrauw gekleurd.

Lamellen

De lamellen zijn uitgebocht aan de steel gehecht, soms met een tandje. Ze staan matig ver uiteen en zijn grijspaars. De lamelsnede is paars tot bijna zwart en met vlokjes bezet.

Steel

De cilindrische, holle en meestal rechte steel is 4–7 cm lang en 0,2–0,6 cm dik. Hij is vleeskleurig met vooral bovenaan donkere overlangse vezels. De steelvoet is bezet met wit vilt.

Geur en smaak

Het dunne, witte vruchtvlees ruikt en smaakt naar radijs.

Sporenprint

De sporenprint is wit.

Microscopische kenmerken

De elliptische, hyaliene sporen zijn 5–8 µm lang en 2–4 µm breed. De cystidia zijn spoelachtig en glad.

Gelijkende taxa

Gewoon elfenschermpje (Mycena pura) kan op deze paddenstoel lijken, maar heeft geen donkere lamelsnede.

Ecologie

De purpersnedemycena is een karakteristieke soort van mesotroof en kalkrijk eiken-haagbeukenbos. Samen met beuk (Fagus sylvatica) komt hij ook voor in schaduwrijke hellingbossen. De zwam wordt slechts zelden aangetroffen in oever- en moerassige bossen en in parken. Hij houdt van goed geventileerde, frisse tot vochtige grond, die neutraal tot sterk alkalisch is en niet te voedselrijk. In zeldzame gevallen wordt de soort aangetroffen bij berk, esdoorn en hazelnoot. De vruchtlichamen verschijnen van augustus tot in oktober solitair of in groepen op gevallen blad of mull-rijke bodem.

Verspreiding

Europees verspreidingsgebied

In Nederland komt de purpersnedemycena matig algemeen voor. Hij staat op de rode lijst in de cateogorie Kwetsbaar .[2]

Zie de categorie Purpersnedemycena van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.