Prosthennops had een schouderhoogte van ongeveer zesenzeventig centimeter. De individuen in het noorden van het verspreidingsgebied waren groter dan die in zuidelijk Midden-Amerika. De hoektanden waren naar beneden gericht. De pekari had een robuuste schedel met uitstekende jukbeenderen zoals bij een knobbelzwijn. Het was een omnivoor die zich voedde met planten, noten, wortels en kleine dieren.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
E. D. Cope. 1877. Descriptions of New Vertebrata from the Upper Tertiary Formations of the West. Proceedings of the American Philosophical Society 17:219-231
W. D. Matthew and J.W. Gidley. 1904. New or little known mammals from the Miocene of South Dakota: American Museum expedition of 1903. Bulletin of the American Museum of Natural History 20(22):241-268
H. F. Osborn. 1922. Hesperopithecus, the first anthropoid primate found in America. American Museum Novitates 37:1-5
E. H. Barbour. 1925. Prosthennops xiphodonticus, sp. nov. a new fossil peccary from Nebraska. Bulletin of the Nebraska State Museum 1(3):25-32
E. H. Colbert. 1935. A New Fossil Peccary, Prosthennops niobrarensis, From Brown County, Nebraska. Bulletin of the Nebraska State Museum 1(44):419-430
D. B. Wright. 1998. Tayassuidae. In C.M. Janis, K.M. Scott, and L.L. Jacobs (eds.), Evolution of Tertiary mammals of North America 389-401
↑(es) Primer registro de pecaríes fósiles (Artiodactyla, Tayassuidae) para el Mioceno Superior (Hh3: Hemphilliano tardío) de Costa Rica, América Central. AL Valerio & CL Laurito. Revista Geológica de América Central (2020).