Piet van MeverPieter Adriaan (Piet) van Mever (Zaandam, 27 januari 1899 – Krommenie, 11 mei 1985) was een Nederlands componist, muziekpedagoog en dirigent.[1] LevensloopVan Mever was zoon van onderwijzer Pieter van Mever en Hendrina Catharina Pos. Zijn tweelingbroer Arie van Mever was kunstenaar. Hijzelf was getrouwd met Barbera Christina Leguijt. Samen met zijn tweelingbroer begon hij op negenjarige leeftijd viool te spelen. Elf jaar later werd hij ingedeeld voor de militaire dienst bij de stafmuziek van de Marine in Den Helder. Hij studeerde muziek bij diverse leraren zoals viool bij Louis Zimmermann, toen 1e concertmeester van het Concertgebouworkest. compositie, instrumentatie en orkestdirectie studeerde hij bij Cornelis Dopper.[2] Later studeerde hij aan de Universität für Musik und Darstellende Kunst "Mozarteum" Salzburg bij Paul Amadeus Pisk twaalftoonstechniek. In 1929 werd hij muziekleraar en was tegelijkertijd dirigent van onder anderen de Koninklijke Harmonie Excelsior Wormerveer, het Stedelijk Orkest Purmerend (fanfare), het Zaans Kamerorkest (vanaf 1930)[3] en diverse koren. Tijdens een concours van het Stedelijk Orkest Purmerend maakte hij kennis met Eduard Flipse, die hem in 1941 de functie als tweede dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest aanbood. Gedurende de moeilijke oorlogsjaren alsook in de periode van opbouw na de oorlog heeft hij tot 1949 talrijke concerten van dit orkest met veel nieuwe, maar vooral Nederlandse muziek gedirigeerd.[4] Toen Flipse bij het orkest terugkwam, stopte van Mever met zijn werkzaamheden als tweede dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. In 1949 kreeg hij een baan bij de Rotterdamse Kunststichting en de toenmalige Kunstcommissie van de jeugd. Met diverse ensembles verzorgde hij een groot aantal jeugdconcerten op middelbare scholen in Rotterdam en Vlaardingen. In verband met deze activiteiten werd hem de opdracht verleend toneelmuziek te schrijven voor klassieke Nederlandse toneelstukken, die in het Openluchttheater Dijkzicht werden uitgevoerd. Hij was dirigent van het Haags Symfonieorkest[5], de Koninklijke Harmoniekapel Delft (1954-1964), het KLM Kamerorkest en de Shell Harmonie. Verder was hij leider van de landelijke opleiding voor harmonie- en fanfaredirigenten, de zogenoemde Lispetcursus. Van 1958 tot 1968 was hij docent voor directie en instrumentatie harmonie- en fanfareorkesten aan het Utrechts Conservatorium. Tot zijn leerlingen behoren onder anderen Aart Beijen[6], Jillert Cammenga, Harm Evers, Theo Jacobs, Piet Kee[7], Jacques Reuland en Arie Stolk. Hij is auteur van het Leerboek der instrumentatie voor harmonie- en fanfareorkesten en de Beknopte geschiedenis van het blaasorkest. Van 1949 tot 1979 was van Mever voorzitter van de Bond van Orkestdirigenten (BvO).[8] Hij was lange jaren lid van het bestuur van de Nederlandse Toonkunstenaarsraad. In 1978 ontving Van Mever de Penning van de Leuve van de Rotterdamse Kunststichting. Al eerder was hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. CompositiesAls componist schreef hij vele werken voor harmonie- en fanfareorkest. Werken voor harmonie- of fanfareorkest
Vocale muziekWerken voor koor
Kamermuziek
Publicaties
Bibliografie
Bronnen, noten en/of referenties
|