Philémon de Bagenrieux

Philémon Joseph Marie de Bagenrieux, ook De Bagenrieux de Lanquesaint (Bergen, 8 juni 1802 - Sint-Joost-ten-Node, 25 augustus 1870) was een Belgisch senator.

Levensloop

Jonkheer de Bagenrieux was de zoon van Charles de Bagenrieux (1766-1837), gemeenteraadslid van Bergen, en van Marie Durand (1773-1842). Hij trouwde met Adèle Dardenne (1799-1883). Zijn vader had een Nederlandse adelserkenning verkregen in 1823 en Philemon kreeg een baronstitel in 1839. Die titel was erfelijk bij eerstgeboorte in de mannelijke lijn, maar Philémon had slechts twee dochters, die echter wel prestigieus trouwden:

  • Juliette (1825-1859) met graaf William de Marchant et d'Ansembourg (1809-1882),
  • Zénobie (1826-1897) met burggraaf Jules de Jonghe (1811-1857).

Bagenrieux doorliep een militaire carrière in het Nederlandse Achtste regiment Huzaren. Hij was daarna ook nog pelotonscommandant bij de Jagers te Paard van de Burgerwacht in Bergen.

Hij was lid van de Belgische Heraldische Raad van 1853 tot 1856.

In 1849 werd hij liberaal senator voor het arrondissement Bergen en oefende dit mandaat uit tot in 1851.

Literatuur

  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1984, Brussel, 1984.
  • Jean-Luc DE PAEPE & Christiane RAINDORF-GERARD, Le Parlement belge, 1831-1894, Brussel, 1996.
  • José DOUXCHAMPS, Présence nobiliaire au parlement belge (1830-1970). Notes généalogiques, Wépion-Namen, 2003.