Peroxisoomproliferatorgeactiveerde receptorDe peroxisoomproliferatorgeactiveerde receptoren (PPAR) zijn een groep van nucleaire receptoreiwitten die als transcriptiefactoren de expressie van bepaalde genen reguleren[1]. PPAR speelt een essentiële rol bij de celdifferentiatie, ontwikkeling en metabolisme van hogere organismen[2][3]. Nomenclatuur en verspreidingDrie types PPAR zijn geïdentificeerd: alfa, gamma en delta[2]:
FunctieAlle PPAR-eiwitten vormen een heterodimeer met de retinoid x receptor (RXR) en binden aan specifieke DNA regio's van de doelgenen. Deze DNA-sequenties worden PPRE (peroxisoom proliferator hormoon respons element) genoemd. De consensussequentie is GGTCAXAGGTCA (X is een willekeurig nucleotide). Over het algemeen komt deze sequentie voor in de promotorregio van een gen. Wanneer de PPAR-ligand aan PPAR bindt wordt de transcriptie van de doelgenen verhoogd of verlaagd, afhankelijk van het gen. De RXR vormt eveneens een heterodimeer met een aantal andere receptoren (bijvoorbeeld de vitamine D en de schildklierhormoonreceptor). De functie van PPAR wordt gemedieerd door de exacte vorm van hun ligandbindend domein. Hiervoor zijn een aantal coactivatoren en corepressoren belangrijk. Hun aanwezigheid kan respectievelijk de receptorfunctie stimuleren of inhiberen[4]. Endogene liganden voor PPAR zijn vrije vetzuren en eicosanoiden. PPARγ wordt geactiveerd door PGJ2 (een prostaglandine). PPARα wordt geactiveerd door leukotriene B4. GeneticaDe drie types PPAR worden door verschillende genen gecodeerd:
Erfelijke aandoeningen met betrekking tot alle drie de types zijn beschreven. Over het algemeen verliest PPAR zijn werking wat leidt tot lipodystrofie, insulineresistentie en/of acanthosis nigricans[5]. Van PPARγ is er een gain-of-function mutatie beschreven (Pro12Ala) dewelke het risico op insuline resistentie doet afnemen; de prevalentie hiervan is relatief groot (allelfrequentie 0.03 - 0.12) in sommige populaties[6]. Daarentegen is pro115gln geassocieerd met obesitas. Andere polymorfismen hebben een hoge incidentie in populaties met een hoge body mass index. Referenties
|