Hij studeerde in Australië piano bij Louis Pabst. In 1895 vertrok zijn moeder Rose Aldridge Grainger met hem naar Europa, en hij studeerde verder aan het Dr. Hoch’s Konservatorium in Frankfurt am Main. Daar kreeg hij pianoles van James Kwast. Ook Ferruccio Busoni was korte tijd zijn leraar. Door het gebruik van onregelmatige en meestal ongebruikelijke maatsoorten kwam in deze tijd zijn ambitie als experimentator naar voren.
Als concertpianist reisde hij vanaf 1900 door Europa. Tussen 1901 en 1914 woonde hij in Londen en was vanaf 1906 bevriend met Edvard Grieg, die hem beïnvloedde. Hij raakte in deze tijd ook geïnteresseerd in het verzamelen en vastleggen van volksliederen uit het landelijke Engeland. Daarnaast begon hij ook zelf te componeren.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 ging Grainger naar de Verenigde Staten, waar hij een verzoek indiende om Amerikaans staatsburger te worden. Toen de Verenigde Staten in 1917 bij de oorlog betrokken raakten, meldde hij zich als militair musicus aan en voegde zich bij een militaire kapel - aanvankelijk als saxofonist - die hij later dirigeerde. Met deze kapel gaf hij talrijke concerten. Hij reisde uitgebreid in Noord-Amerika, Europa, Zuid-Afrika en Australië en bezocht diverse landen meerdere malen.
In 1918 werden hij tot Amerikaan genaturaliseerd.
Zijn pianowerk Country Gardens bracht hem ook als componist de doorbraak en werd een hit, maar Grainger verafschuwde het nummer in toenemende mate. Toen het hem financieel beter ging, vertrok hij met zijn moeder naar de welvarende New Yorkse voorstad White Plains. Maar de gezondheid van Rose Grainger ging achteruit en zij pleegde in 1922 zelfmoord.
In hetzelfde jaar reisde Grainger naar Denemarken om daar volksmuziek te verzamelen. Later maakte hij hiervan orkestversies die behoren tot de belangrijkste van zijn werken.
Van 1919 tot 1931 doceerde hij aan het Music-College in Chicago.
In november 1926 leerde hij de Zweedse kunstenares en dichteres Ella Ström kennen. Ze verloofden zich onmiddellijk en trouwden in 1928. Het huwelijksfeest was een belangrijk en opmerkelijk gebeuren in de Hollywood Bowl. Grainger gaf een concert voor 20.000 toehoorders met een orkest van 126 musici en een koor, die zijn nieuwste compositie To a Nordic Princess uitvoerden.
Van 1932 tot 1933 werd hij decaan voor muziek aan de particuliere New York-universiteit. Hij zette jazz in het leerplan en trok Duke Ellington aan als docent. Het werk beviel hem echter niet, omdat hij de universiteit te formeel vond.
Vanaf 1933 woonde hij met zijn vrouw in Melbourne om daar de oprichting van het Grainger Museum voor te bereiden. Met een onderbreking voor een bezoek aan Engeland in 1937-1938 bleven ze daar tot 1940.
In dat jaar vertrokken de Graingers naar Springfield, Missouri, vanwaar Grainger op reis ging om in de Tweede Wereldoorlog een reeks militaire concerten uit te voeren. Maar na de oorlog ging zijn gezondheid achteruit, zijn pianistische vakbekwaamheid verminderde en zijn interesse voor klassieke muziek verflauwde.
In zijn laatste levensjaren ontwikkelde Grainger in samenwerking met Burnett Cross de Free Music Machine, een voorloper van de synthesizer.
Persoonlijkheid
Grainger was in twee opzichten controversieel. Ten eerste was hij een verklaarde sadomasochist en ten tweede was hij ook een verklaarde racist en antisemiet. Deze xenofobie was vol inconsequentie en excentriek: hij bewonderde folkloristische muzikale vormen en was bevriend met Duke Ellington en George Gershwin. Aan de andere kant maakte hij gebruik van een door hem als blue-eyed English genoemde stijl in zijn brieven en zijn muziekhandschriften.
Grainger was ook zijn leven lang een atheïst en was ervan overtuigd dat na zijn dood enkel zijn werk zou overblijven.[1]
Werk
Grainger verzamelde meer dan 500 folk songs, die de basis vormden voor zijn British Folk Music Settings zoals Contry Gardens, Molly on the Shore, Sheperd's Hey!, Shallow Brown en Irish Tune from County Derry. Hij maakte met regelmaat van zijn werken versies voor andere bezettingen, voor harmonieorkest (Wind Band of Military-Band), voor blaaskwintet (Wind-Quintet) en voor een of twee piano's.
1907Hill Song no 2 dedicated to Balfour Gardiner; 1929 bewerkt voor: twee fluiten, (ook piccolo), hobo, Engelse hoorn, twee klarinetten, basklarinet, fagot, twee trompetten, hoorn, trombone, bekken, twee harmoniums (of een harmonium en een orgel) en piano
Porgy and Bess Fantasy for two pianos voor 2 piano's
Vocale muziek
Agincourt Song voor koor
Anchor Song voor koor
At Twilight voor gemengd koor en solo-tenor
Publicaties
New York University, College of Fine Arts : Final Examination Music B, Tuesday, 10-12 : Tuesday, May 16, 4-7, Ed. Aud, in: Grainger Society Journal: 13:34-5 1995
New York University, College of Fine Arts : Music A. A Study of the Manifold Nature of Music : Final Examination; Tuesday, Jan. 17, 1993, 4-7 Room 703, in: Grainger Society Journal: 13:32-4 1995
The impress of personality in unwritten music, in: Musical Quarterly: 75:1-18 N4 1991
At Twilight, in: Grainger Society Journal: 10:27-8 N2 1991
The specialist and the all-round man, in: Grainger Society Journal: 10:28-33 N1 1990
Bibliografie
Clemens Berger, H. Robert Reynolds (Vorwort): Percy Grainger 1882-1961: Eine Kurzbiographie und Grainger's Werke für Blasorchester, HeBu Musikverlag (Oktober 1999). 140 p., ISBN 978-3-980-69250-2
Trevor Hold: Choral CDs At Twilight : Choral Music By Percy Grainger and Edvard Grieg (Polyphony, S. Layton) (Hyperion), in: Choir & Organ 4:58+ N1 1996
Michael Oliver: Dark side of Percy Grainger, in: Classic Cd N75:34-5 Jul 1996
C. Grogan: Percy Grainger and the revival of early English polyphony - The Anselm Hughes correspondence, in: Music & Letters 77:425-39 N3 1996
G. Carruthers: Percy Grainger and Louise McDowell, in: Grainger Society Journal: 13:17-31 1995
Alfred Beaujean: Klassik-CDs Gustav Holst : the Planets Op. 32; Percy Grainger; the Warriors (Philharmonia Orchestra, John Eliot Gardiner) (DG), in: Stereoplay N11:172 Nov 1995
S. Bull: Percy Grainger at the Chicago Musical College - A personal reminiscence, in: Grainger Society Journal: 13:3-11 1995
K.K. Nygaard: Percy Grainger's Psyche; His Surgeon's View; the 1985 Grainger Lecture delivered at the University of Melbourne at the invitation of the Grainger Museum, in: Grainger Society Journal: 12:13-19 N1 1994
Kay Dreyfus: Celebrating Grainger : a pre-concert talk, Grainger Society Journal: 12:5-12 N1 1994
Harry Begian: Remembering how Grainger conducted Lincolnshire Posy, in: Instrumentalist: 47:17-20 Aug 1992
G. Davies: Percy Grainger's folk music research in Gloucestershire, Worcestershire, and Warwickshire, 1907-1909, in: Folk Music Journal 6:339-58 N3 1992
M. Grauer: Grainger's lost letters on Lincolnshire Posy, in: Instrumentalist: 47:12-17 Aug 1992
Leroy Osmon: Percy Grainger's blue-eyed English - A catalogue of terms, in: Grainger Society Journal: 10:10-26 N2 1991
Leroy Osmon: His name was Percy Grainger - A Program Guide for the Band Works of Percy Aldridge Grainger, RBC Publications, 42 p.
R.M. Rogers: A chronology of the Hill-Songs of Percy Aldridge Grainger, in: Journal of Band Research 27:1-15 N1 1991