De pendelas (ook wel Engels "swingaxle" genoemd) is een eenvoudige constructie van onafhankelijke wielophanging bij voer- en vliegtuigen[1].
Toepassing
Pendelassen werden veelal toegepast bij motorvoertuigen, met een achterin geplaatste motor, gebouwd tussen de jaren dertig en jaren zestig.[2] Tegenwoordig[3] vindt men deze asconstructie alleen nog maar op vrachtauto's, specifiek bedoeld voor het onverharde terrein, zoals Haflinger, Pinzgauer en Tatra.
Bij aangedreven pendelassen is het differentieel vast verbonden met het chassis en maakt, in tegenstelling tot een starre as, geen deel uit van het onafgeveerde gewicht, hetgeen de wielbewegingen t.o.v. het wegdek ten goede komt. Deze hebben minder neiging te gaan stuiteren of "dribbelen".
Grote bodemvrijheid mogelijk omdat het differentieel hoog kan worden gemonteerd.
Nadelen
De assen zijn aan de differentieelzijde scharnierend verbonden met het differentieelhuis, aan de wielzijde zijn de astappen vast verbonden. Hierdoor verandert bij het inveren van het wiel de wielvlucht en daarmee ook de spoorbreedte.
Bij snel genomen bochten, wanneer het voertuig overhelt, neemt het binnenste wiel een positieve stand aan en staat het buitenste wiel negatief. Bij snel op elkaar volgende richtingveranderingen heeft dit een instabiel weggedrag tot gevolg. Dit kan worden verminderd door het toepassen van een compensatieveer boven het differentieel die beide ashelften met elkaar verbindt wat door Mercedes-Benz werd toegepast.
↑Bij Mercedes sprak men in 1968 niet van een pendelas maar van een (vrij vertaald) "Mercedes /8 Diagonaal-pendelas", wat verwarrend kan overkomen omdat het een normale pendelas was. Dit was om marketing-technische redenen omdat men de asconstructie niet als ouderwets wilde laten overkomen.