Paul Wolfowitz
Paul Dundes Wolfowitz (New York, 22 december 1943) is een Amerikaanse politicus; hij was van 1 juni 2005 tot 30 juni 2007 president van de Wereldbank. BiografieTot begin 2005 was hij Amerikaans viceminister van Defensie, onder minister Donald Rumsfeld en president George W. Bush. Met zijn neoconservatieve opvattingen en zijn pro-Israëlische betogen[1] had hij een rechtse invloed op het beleid van de Amerikaanse president George W. Bush, gedurende diens eerste ambtstermijn. Wolfowitz was een vooraanstaande deelnemer in de denktank Project for the New American Century. Hij was een van de grote voorstanders van de inval in Irak. Sinds 5 april 2007 lag Wolfowitz onder vuur toen bekend werd dat hij had geregeld dat Shaha Ali Riza, met wie hij een relatie had, een loonsverhoging en promotie kreeg binnen de Wereldbank, maar zou gaan werken voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De staforganisatie van de Wereldbank eiste zijn ontslag, en Wolfowitz gaf toe dat er fouten waren gemaakt en dat hij eventuele sancties zou aanvaarden, maar dat hij op advies van de Ethische Commissie had gehandeld (waar Ad Melkert destijds de voorzitter van was). Verdedigers van Wolfowitz verklaarden dat zijn Europese tegenstanders het niet op hadden met Wolfowitz’ anti-corruptie-agenda en hem middels een valse aantijging de bank uit probeerden te krijgen.[2][3] Op 17 mei werd bekendgemaakt dat Wolfowitz per 30 juni ontslag zou nemen. Wolfowitz had bedongen dat hij niet schuldig zou worden bevonden omdat er ook van de zijde van de Wereldbank onduidelijke dan wel foute stappen zouden zijn genomen. Herman Wijffels, voorzitter van de commissie die onderzoek deed naar de handelwijze van Wolfowitz, vond dat het besluit over het vertrek van Wolfowitz te lang heeft geduurd waardoor de bank extra schade is berokkend.[4] Tijdlijn
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Paul Wolfowitz van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|