Papyrus 110 (volgens de nummering van Gregory-Aland) of , of P.Oxy. 4494, is een fragment van een oud Grieks afschrift van het Nieuwe Testament op papyrus. Het bevat het Evangelie volgens Matteüs 10:10-14; 10:25-27, het zijn fragmenten. Op grond van schrifttype wordt een ontstaan vroeg in de 4e eeuw aangenomen (Institute for New Testament Textual Research,INTF). Volgens Comfort is zelfs een datering in de derde eeuw mogelijk.[1] Het handschrift wordt bewaard in de Papyrologie Kamers, van de Sackler Library te Oxford University plank nummer P. Oxy. 4494.
Tekst
De Griekse tekst van dit fragment en de codex waar het ooit deel van uitmaakte wordt beschouwd als vertegenwoordiger van de Alexandrijnse tekst.[1]
In Matteüs 10:14 heeft het een paar unieke varianten:
εξερχομενων υμων (terwijl je weggaat) — Deze genitivus absolutus is een unieke tekstvariant. Alle andere tekstgetuigen hebben εξερχομενοι, een Participium in de Nominativus pluralis (tegenwoordig deelwoord in de eerste naamval meervoud) die meestal wordt verklaard als een semitisme voor de gebiedende wijs (ga weg!) Papyrus 110 maakt door de meervoudsvorm duidelijk dat de discipelen tot wie Jezus spreekt —(υμας), allen weg moeten gaan.
het heeft niet εκεινης (die) —Papyrus 110 stemt hier in met de Codex Bezae en de Oud-latijnsehandschriften. De meerderheid van de handschriften hebben dit vrouwelijke aanwijzend voornaamwoord wel, passend bij de twee vrouwelijke zelfstandige naamwoorden οικια (huis) en πολις. (Het zou ook passen bij κωμη.)
↑ abPhilip W. Comfort, Encountering the Manuscripts: An Introduction to New Testament Paleography & Textual Criticism, (Nashville, Tennessee: Broadman & Holman Publishers), 2005, p. 76.
↑Elliott, J. K. (2000). Seven Recently Published New Testament Fragments from Oxyrhynchus. Novum Testamentum42 (3): 210. ISSN: 00481009.