Padhagedissen

Padhagedissen
Padhagedis (Phrynosoma platyrhinos)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Iguania (Leguaanachtigen)
Familie:Phrynosomatidae
Geslacht
Phrynosoma
Wiegmann, 1828
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Padhagedissen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Padhagedissen[1] (Phrynosoma) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie Phrynosomatidae.

Naam en indeling

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Arend Friedrich August Wiegmann in 1828. Er zijn 21 verschillende soorten, inclusief de pas in 2015 wetenschappelijk beschreven soorten Phrynosoma bauri en Phrynosoma diminutum. De wetenschappelijke geslachtsnaam Phrynosoma betekent vrij vertaald 'paddenlijf'; φρῦνος (phrunos) = pad en σῶμα (sōma) = lichaam.

De Nederlandstalige naam 'padhagedissen' slaat op het gedrongen lichaam en ook in andere talen staan ze onder een dergelijke naam bekend, zoals het Engelse "horned toads" (gehoornde padden).

Soorten

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied:

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Phrynosoma asio Cope, 1864 Mexico, Guatemala
Phrynosoma bauri Montanucci, 2015 Verenigde Staten
Phrynosoma blainvillii Gray, 1839 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma braconnieri Duméril & Bocourt, 1870 Mexico
Phrynosoma brevirostris Girard, 1858 Canada, Verenigde Staten
Phrynosoma cerroense Stejneger, 1893 Mexico
Texaanse padhagedis
(Phrynosoma cornutum)
Harlan, 1824 Canada, Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma coronatum Blainville, 1835 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma diminutum Montanucci, 2015 Verenigde Staten
Phrynosoma ditmarsi Stejneger, 1906 Mexico
Korthoornpadhagedis
(Phrynosoma douglasi)
Bell, 1828 Canada, Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma goodei Stejneger, 1893 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma hernandesi Girard, 1858 Canada, Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma mcallii Hallowell, 1852 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma modestum Girard, 1852 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma orbiculare Gmelin, 1789 Mexico
Phrynosoma ornatissimum Girard, 1858 Mexico, Verenigde Staten
Padhagedis
(Phrynosoma platyrhinos)
Girard, 1852 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma sherbrookei Nieto-Montes de Oca, Arenas-Moreno, Beltrán-Sánchez & Leaché, 2014 Mexico
Phrynosoma solare Gray, 1845 Mexico, Verenigde Staten
Phrynosoma taurus Dugès, 1873 Mexico

Uiterlijke kenmerken

Deze diertjes bewegen vrij langzaam en rekenen op hun camouflage voor hun bescherming tegen vijanden. De lichaamskleur is geelbruin tot bruin of roodbruin, vaak met vlekken en strepen. Aan de flanken en met name op de kop zijn grote stekels aanwezig die dienen om vijanden af te weren. De lichaamslengte is ongeveer 10 tot 15 centimeter, maximaal 18 cm. De staart is beduidend korter dan het lichaam, in tegenstelling tot vrijwel alle andere hagedissen.

Levenswijze

Padhagedissen zijn woestijnbewoners die in zeer hete woestijnen kunnen overleven. Ze eten insecten, en dan vooral mieren, en daarnaast pissebedden, De beenderige uitsteeksels of "hoorns" op hun hoofd en flanken maakt dat ze moeilijk in te slikken zijn. Als ze zich bedreigd voelen kunnen ze hun lichaam opzwellen en een defensieve houding aannemen. Sommige soorten kunnen een straaltje bloed tot meer dan een meter ver spuiten uit kleine bloedvaatjes bij de ogen. Het zijn overigens onschadelijke diertjes.[2]

Ondanks de stekels hebben hoornpadden vele vijanden, zoals slangen, roofvogels, renkoekoeken en coyotes.[3]

Verspreiding en habitat

Alle soorten komen voor in delen van Noord- en Midden-Amerika, van Canada en delen van de Verenigde Staten en Mexico in het noorden tot Guatemala in het zuiden.[4]

De habitat bestaat uit tropisch en subtropisch scrubland, gematigde en hete woestijnen, droge bossen en graslanden.[5]

Beschermingsstatus

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan zeventien soorten een beschermingsstatus toegewezen. Vijftien soorten worden gezien als 'veilig' (Least Concern of LC), één soort als 'onzeker' (Data Deficient of DD) en een soort als 'gevoelig' (Near Threatened of NT).[5]

Bronvermelding