Paarse dennenzwam

Paarse dennenzwam
Paarse Dennenzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Hymenomycetes
Orde:Hymenochaetales
Familie:Incertae sedis
Geslacht:Trichaptum
Soort
Trichaptum abietinum
(Pers.) Ryvarden (1972)
Paarse dennenzwam
Synoniemen
  • Trichaptum abietinum
  • Boletus abietinus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De paarse dennenzwam (Trichaptum abietinum) is een schimmel in de orde Hymenochaetales. De familie is nog onduidelijk (Incertae sedis). De soort is saprofytisch en groeit op stammen, stronken en takken van naaldbomen.

Kenmerken

De paarse dennenzwam heeft een eenjarig vruchtlichaam. Hij vormt zeer dunne afzettingen op de onderkant van stammen, die plat op het substraat liggen en vaak grote oppervlakken bedekken. De dunne, leerachtige, hoeden zijn meestal als dakpannen op elkaar geplaatst of aan de zijkant vergroeid. De witachtig grijze bovenzijde is viltig behaard en concentrisch gezoneerd. Naarmate de vruchtlichamen ouder worden, worden ze kaal en regelmatig groen van algengroei. De rand is scherp en vaak paars getint. De netachtige, poreuze buisjeslaag aan de onderkant van de hoed bestaat uit zeer korte, ongeveer 1 à 2 mm lange, donkerbruine buisjes. De buisjes hebben fijne ronde tot langwerpige of hoekige poriën. Er zijn ongeveer 3 tot 5 poriën per millimeter. De jonge violetkleurige poriën verkleuren met de leeftijd violetbruin tot geelbruin. Het zeer dunne vlees heeft een leerachtige, taaie consistentie en geen kenmerkende geur en smaak.

De sporenkleur is wit. De sporenmaat is 6-7,5 × 2-2,5 µm.

Verspreiding

In Nederland komt de soort zeer algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst.