Overgang (astronomie)Een overgang of transitie is het zich vanuit het gezichtspunt van de waarnemer op precies dezelfde positie aan de hemel bevinden van twee hemellichamen, waardoor het dichtstbijzijnde object voor het andere te zien is. Er is sprake van een overgang als het dichtstbijzijnde object, vanaf de waarnemer gezien, kleiner is dan het hemellichaam waar het voor staat. Als het groter is of min of meer dezelfde grootte heeft, dan is er sprake van bedekking. Een derde vergelijkbare situatie is die waarin een hemellichaam bedekt wordt door de schaduw van een ander hemellichaam; dit is verduistering, zoals bij een maansverduistering. VoorbeeldenMeestal wordt met een overgang bedoeld dat een planeet zich voor een ster langs beweegt. Dit kan zowel binnen als buiten het zonnestelsel gebeuren. In het zonnestelsel wordt vanaf de Aarde gezien vaak een overgang van een binnenplaneet (Venus of Mercurius) waargenomen. Deze overgangen vinden niet iedere keer dat een binnenplaneet zich tussen de Aarde en de Zon in bevindt plaats, vanwege de baanhellingen van de planeten. Daardoor zijn er twee momenten per jaar waarin zich een overgang kan voordoen.
Als een maan voor de planeet staat waar ze omheen draait wordt ook gesproken van een overgang. Zo zijn vanaf Aarde overgangen van de manen van Jupiter te observeren. Ook kan het gebeuren dat de ene planeet over de andere schuift vanaf Aarde gezien. Dit is een zeldzame gebeurtenis, de volgende keer dat dit gaat gebeuren is in 2065, wanneer Venus voor Jupiter langs beweegt. Daarnaast kunnen exoplaneten worden gevonden door middel van transitiefotometrie als zij langs hun ster bewegen. Verloop van een overgangBelangrijke tijdstippen van een overgang zijn:
Nauwkeurige meting van deze tijdstippen kan veel informatie verschaffen over de afstanden naar de planeet en de zon. Zie de categorie Astronomical transits van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|