Orde van het RijkswapenDe Orde van het Rijkswapen (Estisch: Riigivapi teenetemärk) werd op 7 oktober 1936 ingesteld om te herdenken dat Estland op 24 februari 1918 de onafhankelijkheid uitriep. Deze ridderorde wordt aan burgers die zich zeer voor Estland verdienstelijk maakten verleend. De presidenten blijven de ster ook na hun aftreden dragen. De onderscheiding wordt niet aan vreemdelingen toegekend.[1] Graden
Deze voor staatshoofden gedachte graad draagt het versiersel aan een gouden keten en aan een breed lint over de rechterschouder. Op de linkerborst wordt de gouden ster gedragen.
Men draagt het versiersel aan een breed lint over de rechterschouder. Op de linkerborst wordt de zilveren ster gedragen.
Men draagt het versiersel aan een lint om de hals. Op de linkerborst wordt de zilveren ster gedragen.
Men draagt het versiersel aan een lint om de hals.
Men draagt het versiersel aan een lint met rozet op de linkerborst.
Men draagt het versiersel aan een lint op de linkerborst. Op de Engelse Wikipedia is sprake van vijf medailles. VersierselenHet versiersel is een gouden Ests wapenschild met daaronder een lauwerkrans. Het blauwe lint is jacquardgeweven en maakt de indruk geblokt te zijn. Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|