Bij een newmanprojectie kijkt men loodrecht op een koolstof-koolstofbinding, waarbij het voorste koolstofatoom als een zwart bolletje of punt wordt voorgesteld en het achterste als een cirkel. Hierna worden de substituenten getekend. Meestal zijn dit waterstofatomen, maar soms ook methyl- en hogere alkylgroepen, al naargelang het alkaan dat moet worden voorgesteld.