Microtus
Microtus is het grootste geslacht uit de onderfamilie der woelmuizen. Het geslacht komt voornamelijk voor in het Holarctisch gebied. Tot dit geslacht behoort onder andere de veldmuis (Microtus arvalis) en de aardmuis (Microtus agrestis). Er zijn zestig soorten. De naam Microtus betekent "kleinoor", en slaat op de grootte van de oren van de soorten. KenmerkenMicrotus heeft kleine oren en een kort staartje. De soorten van het geslacht hebben vier tot acht mammae. De kiezen groeien continu door, en hebben geen tandwortels. ZiektenDe soorten uit dit geslacht zijn een belangrijke drager van de bacterie francisella tularensis die tularemie veroorzaakt. VerspreidingDe soorten leven voornamelijk in graslanden, in Europa, Azië, en Noord-Amerika. Ze leven in gangen aan het oppervlak of onder de grond. Ze eten voornamelijk grassen, wortelen en zaden. ClassificatieHet geslacht Microtus bevat zes ondergeslachten, met daarin zestig soorten. De ondergrondse woelmuizen (ondergeslachten Pitymys en Terricola) worden soms als een apart geslacht, Pitymys, beschouwd. Andere geslachten, als de sneeuwmuizen (Chionomys) en de geslachten Alexandromys, Lasiopodomys, Neodon, Proedromys en Stenocranius werden voorheen als een ondergeslacht van Microtus beschouwd. Het geslacht wordt als volgt ingedeeld:[1]
De Beierse woelmuis (Microtus bavaricus) wordt in deze indeling niet als aparte soort gerekend, omdat het niet genoeg zou verschillen van de Liechtensteinse woelmuis (Microtus liechtensteini).[2][3] Deze soort wordt echter door de meeste bronnen wel erkend als aparte soort. Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
|