Microtus

Microtus
Veldmuis (Microtus arvalis)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Rodentia (Knaagdieren)
Familie:Cricetidae
Onderfamilie:Arvicolinae (Woelmuizen)
Geslachtengroep:Microtini
Geslacht
Microtus
Schrank, 1798
Typesoort
Microtus terrestris Schrank, 1798
(Mus arvalis Pallas, 1778)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Microtus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Microtus is het grootste geslacht uit de onderfamilie der woelmuizen. Het geslacht komt voornamelijk voor in het Holarctisch gebied. Tot dit geslacht behoort onder andere de veldmuis (Microtus arvalis) en de aardmuis (Microtus agrestis). Er zijn zestig soorten. De naam Microtus betekent "kleinoor", en slaat op de grootte van de oren van de soorten.

Kenmerken

Microtus heeft kleine oren en een kort staartje. De soorten van het geslacht hebben vier tot acht mammae. De kiezen groeien continu door, en hebben geen tandwortels.

Ziekten

De soorten uit dit geslacht zijn een belangrijke drager van de bacterie francisella tularensis die tularemie veroorzaakt.

Verspreiding

De soorten leven voornamelijk in graslanden, in Europa, Azië, en Noord-Amerika. Ze leven in gangen aan het oppervlak of onder de grond. Ze eten voornamelijk grassen, wortelen en zaden.

Classificatie

Het geslacht Microtus bevat zes ondergeslachten, met daarin zestig soorten. De ondergrondse woelmuizen (ondergeslachten Pitymys en Terricola) worden soms als een apart geslacht, Pitymys, beschouwd. Andere geslachten, als de sneeuwmuizen (Chionomys) en de geslachten Alexandromys, Lasiopodomys, Neodon, Proedromys en Stenocranius werden voorheen als een ondergeslacht van Microtus beschouwd.

Het geslacht wordt als volgt ingedeeld:[1]

De Beierse woelmuis (Microtus bavaricus) wordt in deze indeling niet als aparte soort gerekend, omdat het niet genoeg zou verschillen van de Liechtensteinse woelmuis (Microtus liechtensteini).[2][3] Deze soort wordt echter door de meeste bronnen wel erkend als aparte soort.