De Mayakalender bestaat uit een stelsel van tijdrekeningen die gezamenlijk iedere dag vanaf het begin van de huidige kringloop (11 augustus 3114 v.Chr. in de gregoriaanse kalender) van een eenduidig kenmerk voorzien.
Belangrijkste kringlopen
De belangrijkste kringlopen van de tijdrekening zijn:
de lange telling gebaseerd op de tun (steen) van 360 dagen. De tun werd gebruikt als basis voor langere tijdspannen, zoals de katun (20 tun).
Daarnaast werden de kringlopen van de maan en de planeten (vooral Venus) bijgehouden.
Belangrijke kalenders
De drie belangrijkste kalenders die de Maya's gebruikten, waren de lange telling voor historische doeleinden, de Haab als burgerlijke kalender en de Tzolkin als religieuze kalender. Alle drie de kalenders telden de dagen als in serie op elkaar volgend, zonder feitelijke synchronisatie met de zon of maan. Door dit puur op het tellen van dagen gebaseerde systeem is vooral de lange telling wel vergelijkbaar met moderne tellingen zoals de Juliaanse dag, of de datumtelling in computersystemen. Ook 'modern' lijkt het feit dat elke telling begint bij nul en niet bij 1 zoals in de meeste andere kalendersystemen.
Lange telling
Zie Lange telling voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Cycli
samenstelling
aantal dagen
aantal jaren
kin
1
uinal
20 kin
20
tun
18 uinal
360
0,986
katun
20 tun
7200
19,7
baktun
20 katun
144 000
394,3
pictun
20 baktun
2 880 000
7885
calabtun
20 pictun
57 600 000
157 704
kinchiltun
20 calabtun
1 152 000 000
3 154 071
alautun
20 kinchiltun
23 040 000 000
63 081 429
De lange cyclus bestaat uit een hiërarchie van cycli zoals in bovenstaande tabel. Elke cyclus bestaat uit 20 kortere cycli, behalve de tun, die met zijn 18 x 20 dagen elk jaar vijf dagen uit de pas loopt met het zonnejaar.
Volgens het Mayageloof zou de wereld na elke pictun-cyclus van ongeveer 7885 jaren vernietigd en opnieuw gecreëerd worden. De huidige cyclus eindigt op 12 oktober 4772 volgens de gregoriaanse kalender.
Data worden geschreven als volgt:
baktun . katun . tun . uinal . kin
Opnieuw vergelijkbaar met moderne notaties (bijvoorbeeld met een IP-adres).
Haab
Voor burgerlijke zaken gebruikten de Maya de Haab-kalender die het jaar verdeelde in 19 naamgegeven periodes van twintig dagen ("veintenas") elk, gevolgd door vijf Uayeb-dagen, die niet werden beschouwd als deel van een of andere periode. De dagen hebben een dagnummer van 0 tot 19 of van 0 tot 4 voor de Uayeb-dagen. Deze kalender gebruikt geen jaartelling, en op basis van een geschreven datum kan men dus niet afleiden in welk jaar de gebeurtenis plaatsvond. De cyclus van 365 dagen komt beter overeen met een zonnejaar, maar kent geen systeem van schrikkeljaren, zodat ook hiermee de seizoenen elke vier jaar een dag opschoven.
Tzolkin-kalender
De religieuze Tzolkin-kalender was samengesteld uit dertien naamgegeven periodes (naar 13 sterrebeelden) van 20 dagen. Elke opeenvolgende dag wordt het dagnummer verhoogd met 1, maar ook de naam van de periode wordt die van de "volgende" periode. (In onze tijd zou dat iets betekenen als een opeenvolging van bv. 3 februari, 4 maart, 5 april enz.). Na 260 dagen herhaalt de kalender zich. Ook deze cycli krijgen net zomin als in de Haabkalender een jaarnummer.
De Maya's specifieerden data vaak door gebruik te maken zowel van de Haab- als van de Tzolkin-kalender. Op deze manier herhaalt een datum zich pas na 52 jaar.