Na een korte baan bij Troeltsch werd Marcuse een freelance schrijver en theatercriticus in Berlijn, Königsberg en Frankfurt. Na de machtsovername van de nazi's in 1933, werd hij vanwege zijn joodse afkomst gedwongen te vertrekken uit Duitsland. Tot 1939 woonde hij, zoals veel andere Duitse intellectuelen, in het Franse Sanary-sur-Mer. In datzelfde jaar nam hij, na een zes maanden durend verblijf in de Sovjet-Unie, de vlucht naar de Verenigde Staten waar hij in 1944 Amerikaans staatsburger werd. Daar had hij een leerstoel aan de University of Southern California in Los Angeles, waar hij Duitse literatuur en filosofie onderwees. Hij schreef daar ook onder het pseudoniem Heinz Raabe.
In zijn literaire werk was hij vooral gericht op de schrijvers van de 19e eeuw en het expressionisme van de 20e eeuw. Als voorbeelden zijn de publicaties over Ludwig Börne, Georg Büchner, Heinrich Heine te noemen. Bovendien publiceerde hij twee autobiografieën.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog verbleef Marcuse tijdelijk in Duitsland, aan het begin van de jaren zestig in Bad Wiessee, en vestigde zich daar uiteindelijk permanent. Hier is hij overleden in 1971.
Ludwig was geen familie van Herbert Marcuse, eveneens een voor het fascisme gevluchte Duits-Amerikaanse intellectueel.
Werk van Marcuse
Die Individualität als Wert und die Philosophie Friedrich Nietzsches. Inaugural-Dissertation zur Erlangung der Doktorwürde genehmigt von der Philosophischen Fakultät der Friedrich-Wilhelms-Universität zu Berlin. Tag der Promotion: 4. Mai 1917. Referenten: Ernst Troeltsch und Alois Riehl. Eigenverlag, Berlin 1917
Strindberg. Das Leben der tragischen Seele. Franz Schneider, Berlin/Leipzig 1920
Neuauflage bei Diogenes, Zürich 1989
Gerhart Hauptmann und sein Werk (als Herausgeber). Franz Schneider, Berlin/Leipzig 1922
Aus den Papieren eines bejahrten Philosophie-Studenten. Paul List, München 1964
Neuausgabe als: Meine Geschichte der Philosophie. Diogenes, Zürich 1981
Argumente und Rezepte. Ein Wörter-Buch für Zeitgenossen. Szczesny, München 1967
Neuausgabe als: Denken mit Ludwig Marcuse. Diogenes, Zürich 1984
War ich ein Nazi? Politik – Anfechtung des Gewissens. Mit Beiträgen von Joachim Günther, Hans Egon Holthusen, Hans Hellmut Kirst, Rudolf Krämer-Badoni, Alexander Lernet-Holenia, Jens Rehn, Heinz Winfried Sabais, Hermann Stahl, Wolfgang Weyrauch. Und mit einer Anleitung für den Leser von Ludwig Marcuse. Rütten + Loening, München 1968
Nachruf auf Ludwig Marcuse. Paul List, München 1969
Briefe von und an Ludwig Marcuse. Diogenes, Zürich 1975
Ein Panorama europäischen Geistes. Texte aus drei Jahrtausenden, 3 delen, Diogenes, Zürich 1975
Essays, Porträts, Polemiken. Die besten Essays aus vier Jahrzehnten, uitgegeven door Harold von Hofe. Diogenes, Zürich 1979
Das Märchen von der Sicherheit. Diogenes, Zürich 1981
Weinen hat seine Zeit, Lachen hat seine Zeit. Diogenes, Zürich 1983 (Ned. vert.: Alles is ijdel, Prometheus, Amsterdam 1996)
Wie alt kann Aktuelles sein? Literarische Porträts und Kritiken. Diogenes, Zürich 1989, ISBN 978-3-257-01825-7
Literatuur
Klaus-Uwe Fischer: Ludwig Marcuses schriftstellerische Tätigkeiten im französischen Exil 1933 - 1939. Kronberg/Ts. 1976.
Dieter Lamping (Hrsg.): Ludwig Marcuse - Werk und Wirkung. Bonn 1987.
Matthias Wolbold: Zwischen Ablehnung, Anpassung und Zerrissenheit. Deutsche Exilautoren in den USA. Eine Typologie am Beispiel von Hans Marchwitza, Hans Sahl und Ludwig Marcuse. Kovac, Hamburg 1999, ISBN 3-86064-883-7
Karl-Heinz Hense: Glück und Skepsis. Ludwig Marcuses Philosophie des Humanismus. Königshausen und Neumann, Würzburg 2002, ISBN 3-8260-1777-3