Luberon (gebergte)
De Luberon is een bergmassief in de Franse departementen Alpes-de-Haute-Provence en Vaucluse en een oost-west gerichte uitloper van de Alpen. Het massief is ongeveer 60 km lang en 5 km breed. GeografieLiggingDe Luberon ligt zo'n 70 km ten noorden van Marseille en wordt begrensd door de Calavon en de Monts de Vaucluse in het noorden en de Durance in het zuiden. Aan de rand hebben zich vier steden ontwikkeld: Apt ten noorden, Cavaillon ten westen, Pertuis ten zuiden en Manosque in het oosten. ReliëfHet massief bestaat uit meerdere delen. Meestal spreekt men enkel over de "Grand Luberon " en de "Petit Luberon". De rivier de Aiguebrun stroomt van noord naar zuid door het massief en vormt zo de scheiding tussen de Grote en de Kleine Luberon. Het hoogste punt is de Mourre Nègre, 1125 m hoog in de Grand Luberon. HydrografieBronnenDe Petit Luberon en een deeltje van de Grand Luberon vormen een karstgebied. Door neerslag en infiltratie zijn er talrijke kloven en galerijen ontstaan. Dit water komt terug aan de oppervlakte langs talrijke kleinere bronnen, waarvan het water zich tot steeds grotere beken samenvoegt, om uiteindelijk in de Durance uit te monden. WatervlakHet enige watervlak van betekenis in deze streek is de Étang de la Bonde, 30 hectare groot, 500 meter diameter en 2 tot 5 m diep. Het is gelegen in de gemeenten Cabrières-d'Aigues en La Motte d'Aigues. De bergbeekjes van Pissay en van Pas de l'Oulle vormen de aanvoer van deze vijver sinds de vijftiende eeuw via een aquaduct. Het water is niet drinkbaar en dient voor irrigatie. Zwemmen, windsurfen en vissen zijn toegelaten. GeologieDe rotsen van de Luberon zijn gevormd tussen eind Secundair en midden Tertiair. De streek is rijk aan fossielen. NatuurDe Luberon is beschermd in het Regionaal natuurpark van de Luberon (Parc naturel régional du Luberon). Door de droge zomers en de koude, winderige winters ontstaat op de toppen van de Grand Luberon, die begraasd worden en zo vrijgehouden van hoge begroeiing, een eigen ecosysteem. In de Petit Luberon werden tussen 1862 en 1920 Atlasceders uit Algerije aangeplant.[1] Sinds het einde van de jaren 2010 is de wolf opnieuw aanwezig in de Luberon. In 2024 waren er een viertal roedels.[2] KlimaatHet klimaat is voornamelijk mediterraan, met evenwel een invloed van het bergklimaat dat zich uit door strengere winters met meer vorstdagen dan de beneden-Provence. De westelijke kant is vaak blootgesteld aan de mistralwind. DemografieTussen 1970 en 2000 is de bevolking gemiddeld met 50% toegenomen. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan immigratie uit noordelijker Europese streken. Er is een voortdurende toename van tweede verblijven. Daarbovenop ontstaan, door de demografisch druk van de regio Aix/Marseille, slaapsteden in het randgebied. EconomieLandbouwDe hoogste gedeelten zijn beschermd gebied waar elke economische activiteit uitgesloten is. Wel worden er schapen geweid.[2] In de lagere gebieden zijn er boomgaarden (met amandelen, kersen en olijven) en wijngaarden (de Côtes du Luberon is een AOC). Historisch gezien was deze steek ook een belangrijke zijdeproducent. Door ziektes en door de concurrentie van kunstvezels (viscose) is dit volledig tenietgegaan. Verder is er nog bijenteelt voor de honing en geitenteelt voor de kaas. ToerismeEen belangrijk deel van de economie is verbonden met het toerisme. Er zijn drie vormen van toerisme in deze streek:
Bouw-ImmobiliënOndanks het algemene bouwverbod in een belangrijk deel van de streek is dit de derde pijler van de lokale economie. MijnbouwOp de flanken wordt op meerdere plaatsen de kalksteen geëxploiteerd in witsteengroeven. De ijzerwinning in het noorden van de Petit Luberon werd stopgezet, omdat ze niet rendabel meer was. In de buurt van Manosque worden zoutlagen geëxploiteerd om als strategische opslagruimte voor vloeibare koolwaterstoffen (petroleum) te dienen. Verspreid over 26 ruimtes kan 422.000 m³ worden opgeslagen. Daarnaast zijn er in hetzelfde gebied nog zeven opslagruimtes voor aardgas met een opslagcapaciteit van 500.000 m³. EnergieEr zijn windenergieprojecten aan de kant van de Rhônevallei en er is ook bosbouw voor pellets. Bronnen, noten en/of referenties
|