Laagste punt van Nederland
Het laagste punt van Nederland bevindt zich officieel vanaf 29 juni 1995 in een weiland in de Zuidplaspolder ten noordoosten van Nieuwerkerk aan den IJssel. Het ligt op een hoogte van 6,76 meter onder NAP. Aan de rand van dit weiland langs de snelweg A20 staat het monument laagste punt van Nederland. De voet van dit monument stemt overeen met het niveau van het laagste punt. Het laagste punt van Nederland is ontstaan bij de drooglegging van de Zuidplaspolder in 1841. De Zuidplas was een meer dat ten westen van Gouda lag, van Waddinxveen in het noorden tot Nieuwerkerk aan den IJssel in het zuiden. Het meer is ontstaan doordat men het veen onder de waterspiegel heeft gedolven, het zogenoemde slagturven. De bodem van het meer lag 5,9 meter beneden NAP. GeschiedenisHet laagste punt van Nederland is door menselijk ingrijpen nogal eens van plaats veranderd. Oorspronkelijk zal het laagste punt iets boven zeeniveau hebben gelegen. Al vroeg begon men in het tegenwoordige Noord-Holland met het droogleggen van plassen die door voormalige zeearmen waren gevormd. De oudst bekende droogmakerij is de Dergmeerpolder op de grens van Oudkarspel en Warmenhuizen. Het Dergmeer was ongeveer één meter diep en is al vóór 1542 drooggelegd. Door inklinking van de bodem ligt het diepste punt van de polder tegenwoordig op NAP -1,7 meter. In de zeventiende eeuw kreeg men de beschikking over windmolens en konden ook diepere plassen worden drooggelegd, zoals de Beemster, Purmer, Wormer en Schermer, alle ongeveer 2 à 2,5 meter diep. Hiermee was de grens bereikt. Het bemalen van grotere diepten was met de toenmalige technieken nog niet mogelijk. De plassen in Noord-Holland waren zoals gezegd voor het merendeel dichtgeslibde zeearmen, die niet al te diep waren. In Zuid-Holland lagen plassen van een andere soort. Deze waren dieper en veelal ontstaan door het zogenoemde slagturven. Een van deze plassen, de Zuidplas ten westen van Gouda, werd van 1824 tot 1841 drooggelegd met een combinatie van stoom- en windbemaling waarmee een grotere diepte kon worden bereikt. Het laagste punt van Nederland lag na het droogvallen van de plas in Nieuwerkerk aan de IJssel op 5,8 meter beneden Amsterdams Peil. Slechts 33 jaar later, in 1874 viel de diepste droogmakerij van Nederland, de Prins Alexanderpolder droog, waarvan het diepste punt op 6 meter beneden Amsterdams Peil kwam te liggen. In 1961 werd op initiatief van de Leidse Studentenjaarclub Figaro in samenwerking met Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat en de Topografische Dienst de plaats vastgesteld van destijds het laagste punt van Nederland. Dat was gelegen in de Prins Alexanderpolder in de gemeente Capelle aan den IJssel nabij de Hoofdweg. Op dat punt werd met enige plechtigheid een document begraven. Gedurende enige jaren heeft op deze plaats nog een merkteken gestaan. Door stadsuitbreiding van Rotterdam in de jaren 60 van de twintigste eeuw waarbij het maaiveld met zand werd opgehoogd, is deze plaats verloren gegaan. Met het verdwijnen van het punt in Capelle aan de IJssel kwam het laagste punt van Nederland weer te liggen in Nieuwerkerk aan den IJssel, waar het diepste punt van de Zuidplaspolder door inklinking en rijping van de bodem inmiddels op een diepte van NAP -6,7 meter was komen te liggen. Ook dit punt ging verloren door stadsuitbreiding, waarna het laagste punt van Nederland op NAP -6,67 meter in de wijk Prinsenland tussen de Prinsenlaan en de begraafplaats Oud-Kralingen kwam te liggen. Die plek wordt sinds 1996 gemarkeerd door het kunstwerk Vierkant eiland in de plas van beeldhouwer Frans de Wit (Leiden, 1942-2004). In 1995 bleek dit punt door bouwactiviteiten, nog voor de voltooiing van het monument, echter niet meer het laagste punt van Nederland te zijn. Het laagste landpunt dat voldoet aan de criteria van Rijkswaterstaat, lag vanaf dat moment bij de eendenkooi bij de Derde Tochtweg in Nieuwerkerk aan den IJssel. Een meting op 29 juni 1995 uitgevoerd door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat leverde een hoogte op van NAP -6,74 meter. In april 1998 is het monument onthuld, dat het laagste punt van Nederland accentueert.[1] In 2005 heeft er een zogenoemde NAP-correctie plaatsgevonden. Deze heeft tot gevolg dat in het westen van Nederland de NAP-hoogtes 2 cm omlaag zijn bijgesteld. Wat vóór 2005 NAP -6,74 meter was, is na die datum NAP -6,76 meter.[2] VaststellingDe plaatsbepaling van het laagste punt van Nederland is onderwerp geweest van discussie, totdat het laatste woord werd gesproken door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat. Deze stelde vast dat dit punt zich bevindt in een weiland nabij de eendenkooi in de Zuidplaspolder bij de Derde Tochtweg in de toenmalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel (nu onderdeel van de gemeente Zuidplas). Een meting op 29 juni 1995 door deze Dienst leverde de vaststelling op van 6,74 meter onder Normaal Amsterdams Peil (NAP). Door middel van een officiële publicatie werd per 1 januari 2005 een correctie bekendgemaakt; de hoogte van het laagste punt is circa 2 cm naar beneden bijgesteld en is sinds 2005 6,76 m onder NAP.[3] Aangezien het NAP grofweg overeenkomt met de gemiddelde zeeniveau van de Noordzee, zou het water, zonder waterkeringen en bemalen, op deze plek zo'n zeven meter hoog staan. Onder het laagste punt verstaat Rijkswaterstaat:[4]
Laagste polderwaterpeilHet gebied met het laagste polderwaterpeil van Nederland bevindt zich eveneens in de Zuidplaspolder. Dit gebied strekt zich uit van het zuiden van Waddinxveen in zuidwestelijke richting tot aan de A12. Volgens het Peilbesluit van 1994 bedraagt het winterpeil daar 7,10 meter onder NAP.[5] Het kunstwerk De Vergeten Plek in Waddinxveen van Eline Ouwendijk is een herinnering aan het laagste polderwaterpeil. Diepste puntEen voorbeeld van een kunstmatig gecreëerd laagste, of beter gezegd: diepste punt lag in schacht IV van de voormalige Staatsmijn Hendrik in Limburg. De bodem van deze 1058 meter diepe, inmiddels afgedichte schacht waar nog mensen zijn geweest, bevindt zich op 961,8 meter onder NAP. Het diepste boorgat in Nederland (stand mei 2021) ligt in de provincie Groningen. De boring Tjuchem-02-S1 in de voormalige gemeente Slochteren bereikte in 1972 een einddiepte van 5994,2 meter onder NAP.[6] Zie ook
Externe linksBron
|