Kuststeenspringer
De kuststeenspringer[1] (Petrobius brevistylis) is een insect dat behoort tot de orde rotsspringers en de familie Machilidae.[2] NaamgevingDe wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1913 door George Herbert Carpenter. De soortaanduiding brevistylis betekent vrij vertaald 'korte draad'; brevis = kort en stylis = langwerpig. Deze naam slaat op de relatief korte lichaamsaanhangsels (cerci) aan weerszijden van de achterlijfspunt. Uiterlijke kenmerkenDe kuststeenspringer bereikt een lichaamslengte van ongeveer 15 millimeter, exclusief de lange antennes en achterlijfsaanhangsels. De ogen hebben een egale kleur en zijn niet gevlekt zoals voorkomt bij andere soorten. De ocellen zijn langwerpig van vorm en hebben de vorm van een schoenzool, de ocellen zijn onder de ogen gelegen. De antennes dragen geen schubben wat een verschil is met andere Nederlandse soorten. De soort lijkt sterk op de verwante strandgast, Petrobius maritimus, vroeger werd wel gedacht dat deze soort in Nederland voorkwam maar later bleken alle exemplaren kuststeenspringers (Petrobius brevistylis) te zijn. De kuststeenspringer draagt lobben aan het achtste achterlijfssegment, die bij Petrobius maritimus ontbreken.[3] Verspreiding en habitatDeze rotsspringer komt voor in delen van Europa, Noord-Amerika en noordelijk Azië maar niet in China.[4] De habitat bestaat uit rotsachtige streken langs de kust, zoals zeedijken. In Nederland komt de soort voornamelijk voor langs de kust, met relictpopulaties langs de IJselmeerkust. Langs rivierdijken worden verwante soorten aangetroffen zoals Trigoniophthalmus alternatus en Machilis germanica. Het is in Nederland van alle rotsspringers de meest algemene soort.[5] Bronvermelding
|