De Koreaanse mun (문, 文) was de munteenheid van Korea in verschillende periodes. Vaak werden na de introductie van een valuta gebaseerd op Chinese kèpèngs deze munten door de bevolking afgewezen voor ruilhandel, maar vanaf 1633 begon de munteenheid populair bij het volk te worden en werden er wetten en instellingen geïntroduceerd om de circulatie van de munten te bevorderen. De Koreaanse mun is net als de Japanse mon, Riukiuaanse mon en Vietnamese văn op de Chinese kèpèngs gebaseerd en deelde het algemene ontwerp van een ronde munt met een vierkant gat in het midden. De meest voorkomende variant van de Koreaanse mun is de Sangpyeong Tongbo (常平通寶 , 상평통보). In 1888 werden machine-geslagen munten geïntroduceerd met hun waarde in mun en won (1000 mun). Deze munten circuleerden vanaf de 17e eeuw tot en met de 19e eeuw totdat deze in 1892 door de Koreaanse yang werd vervangen.[1]
Geschiedenis
Tijdens Goryeo
De eerste definitieve beschrijving van het gebruik van een munteenheid in Korea was tijdens het Koninkrijk Goryeo (918–1392).[2] In de vroege Goryeo periode gingen Chinese kèpèngs rond in de circulatie geïmporteerd van de Tang-dynastie en later van de Song-dynastie. De algemene handelsmiddelen uit die tijd waren graan en linnen, maar in de 10e en 11e eeuwen kwamen ijzeren en koperen munten in de circulatie naast de introductie van zilveren vaas-gevormde betaalmiddelen genaamd unbyŏng (銀瓶, 은병).[3] Munten uit deze tijd hadden verschillende inscripties zoals Dong Guk (Oosters land), Hae Dong (Oostzee) en Sam Han (De 3 Koreaanse staten). Een zeldzame variant van de Samhan Tongbo (三韓通寶, 삼한통보) munt bestaat waar het Chinese karakter voor drie wordt geschreven als “叁”. Van deze munten zijn er tot nu toe maar twee gevonden.[4]
Tijdens de Joseondynastie
Tijdens de Joseondynastie (1392–1910) werden er weer koperen kèpèng-munten geslagen voor de circulatie en tot de 16e eeuw was een soort papiergeld genaamd Jeohwa (楮貨, 저화) gemaakt van papiermoerbei een vaakvoorkomend betaalmiddel. De eerste bronzen munten van deze periode waren de Joseon Tongbo (朝鮮通寶, 조선통보) en de Shibjeon Tongbo (十錢通寶, 조선통보) uit 1423 onder koning Sejong de Grote.[5] Deze munten waren gekoppeld aan zilver met een vaste wisselkoers van 150 koperen munten voor een Kŭn (斤, 근) oftewel 600 gram zilver. In werkelijkheid fluctueerde de marktwaarde en bleek dit systeem niet populair bij de bevolking te zijn en ging het land na een paar jaar terug naar ruilhandel. Onder koning Injo werd in 1625 een nieuwe serie van Joseon Tongbo geïntroduceerd, deze munten zouden de populaire Sangpyeong Tongbo munten inspireren. Omdat Korea twee keer werd aangevallen door Mantsjoerije, raakte de kopervoorraad op en werd Korea afhankelijk van het importeren van Japans koper om munten te kunnen blijven produceren.[6]
In 1633 begon een hongersnood gerelateerde organisatie genaamd het Stabilisatiekantoor (Koreaans: Sangpyeongchong, 常平廳, 상평청) met het uitgeven van de Sangpyeong Tongbo munten. De inscriptie op deze munten kan gelezen worden als “een altijd stabiele valuta”. Vanaf 1678 begonnen deze munten door heel Korea te circuleren. In tegenstelling tot de Koreaanse mun-munten van het Koninkrijk Goryeo hadden alle kèpèngs uitgegeven door de Joseondynastie de tekst “通寶” (Circulerende schat) ondanks de individuele waarde van de munt. Dit kwam door een Chinees taboe uit de Ming-dynastie waar de eerste keizer Hongwu "元" in zijn geboortenaam had. Omdat Korea een tribuutrelatie met China had, eerden zij dit taboe ook.
Aangezien de productiecijfers van de Koreaanse mun-munten niet nauwkeurig bijgehouden werden, is het momenteel onbekend hoeveel verschillende varianten er van de Sangpyeong Tongbo bestaan. Volgens de officiële Koreaanse muntencatalogus (Hanja: 高麗朝鮮時代貨幣;Hangul: 고여조선시대화폐) zijn er 3078 verschillende varianten van de 1, 2 en 5 mun-munten bekend en 48 varianten van de 100 mun-munt. Er wordt geschat dat er rond de vijfduizend varianten van de Sangpyeong Tongbo zijn geslagen in de 258-jarige productie van deze serie.
In 1866 werd de 100 mun-munt geïntroduceerd door de regent Heungseon Daewongun om de hoge militaire lasten van de staat te kunnen dragen. Omdat de munt een hoge nominale waarde en een lage intrinsieke waarde had, begon inflatie al snel toe te nemen en stegen de kosten van consumentenproducten zoals rijst zesvoudig in twee jaar. Hierdoor werd de Koreaanse markt afhankelijk van buitenlands zilver uit Mexico, Japan, Rusland en China. De introductie van deze munt viel samen met de introductie van de Japanse Tenpō Tsūhō 100 mon-munt[7] en Chinese kèpèngs met hoge nominale waarden om de militaire lasten van de Taipingopstand te kunnen financieren.[8][9][10] Er waren in totaal 1.784.038 munten van 100 geslagen in de productieperiode van 172 dagen.[11]
Om tegen de inflatie te kunnen vechten en een moderne munteenheid te kunnen produceren, was het Jeonwanguk munthuis in 1883 opgericht en werd daar later de machine-geslagen Koreaanse yang geïntroduceerd.
Deze munten bevatten de inscriptie "當五錢" (당오전) op de achterkant van de munt
100 mun
百文
백문
40.6
12 december 1866 (Eerste slag van het 100 mun muntstuk door de Departement van de schatkist) 15 januari 1867(Begin productie voor circulatie) 16 juni 1867 (Einde productie)
Munten van 100 mun zijn de enige Koreaanse mun munten waarvan cijfers zijn bijgehouden Alle 100 mun munten, gemaakt door de regering, hebben een dikte van 2.8 millimeter en een gewicht van 25.1 gram Deze munten werden totaal maar voor 172 dagen geslagen
Bij munthuis
De Sangpyeong Tongbo munten werden door de regering van de Joseondynastie in een totaal van 52 munthuizen geslagen. Elk van deze munthuizen had (met een paar uitzonderingen) hun eigen muntteken.[12]
Om te kunnen vaststellen door welke ovens de Sangpyeong Tongbo munten werden geslagen, hebben sommige Koreaanse mun-munten speciale munttekens. Om de cijfers 1 tot en met 44 vast te kunnen stellen werden de eerste 44 karakters uit de Qianziwen gebruikt. Dit waren “天地玄黄 宇宙洪荒 日月盈昃 辰宿列張 寒来暑往 秋收冬藏 閏餘成歲 律吕調陽 雲騰致雨 露結為霜 金生麗水“. Hiernaast werden ook andere karakters gebruikt om te kunnen vaststellen van welke oven de Sangpyeong Tongbo munt kwam.
Wu Xing
De Vijf Elementen werden door sommige munthuizen gebruikt als munttekens om te kunnen nagaan uit welke oven deze Sangpyeong Tongbo munten kwamen.
Een klein aantal 2 mun-munten, geslagen door de T'ongyong marinebasis, hebben een van de acht trigrammen aan de rechterkant van de munt, dit is “☳” (Chin) wat donder betekent.
Overige munttekens
Er bestaan naast de karakters hierboven nog een aantal andere munttekens waarvan hun betekenis momenteel onbekend is, deze munttekens zijn:
↑Lee, K. (1984): A New History of Korea, Harvard University Press, p. 122
↑(en) Monetary History of Korea. Armstrong Economics (Researching the past to predict the future) (10 april 2012). Gearchiveerd op 14 mei 2017. Geraadpleegd op 8 juni 2017.
↑(en) Korean Coins – 韓國錢幣 - History of Korean Coinage. Gary Ashkenazy / גארי אשכנזי (Primaltrek – a journey through Chinese culture) (16 november 2016). Gearchiveerd op 24 mei 2017. Geraadpleegd op 5 juni 2017.