Van 1935 tot 1938 was hij muziekcriticus van het blad Tonekunst en sedert 1945 bij het dagblad Arbeiderbladet.
Naast zijn werk als componist en muziekpublicist had Egge ook tal van bestuursfuncties binnen allerlei instanties in de Noorse muziekwereld. Hij was voorzitter van de Norsk Komponistforening (van 1945 tot 1972), de Staatsmuziekraad en het Nationale Muziekcomité. Vanaf 1949 genoot hij een staatsstaatsstipendium. In 1953 werd Egge benoemd tot lid van de Zweedse Kungliga Musikaliska Akademie. In 1972 kreeg hij voor zijn werk de ereprijs van de Noorse cultuurraad. In 1977 werd hij onderscheiden als Commandeur in de Orde van Sint-Olaf en later ook met de Orde van de Valk.
Werk
Gedurende zijn muzikale leven doorliep hij drie stijlperioden. Tijdens de eerste, tot 1938, componeerde hij in een vrije stijl, die wel binnen de tonaliteit bleef en gebaseerd was op de Noorse volksmuziek. Daaraan voegde Egge tetrachorden toe. In de tweede periode bouwde hij dit uit op een meer klassieke wijze met gebruikmaking van contrapunt. De aard van de volksmuziek kwam weer bovendrijven in zijn derde periode na 1948, maar hij gebruikte daarbij steeds meer contrapunt en paste ook het twaalftoonsstelsel toe, voor het eerst in 1967 bij de 4e symfonie.
Harald Herresthal: Norwegische Musik von den Anfängen bis zur Gegenwart, 2. Ausgabe, Oslo: Norsk Musikförlag, 1987, 120 p.
Nils Grinde: Contemporary Norwegian music 1920-1980, Oslo: Universitetsförlaget, 1981.
Nils Grinde: Norsk Musikkhistorie : Hovedlinjer i norsk musikkliv gjennom 1000 ar, Oslo: Universitetsförlaget, 1981, 417 p.
Idar Karevold: Klaus Egge : en kraft i norsk musikkliv, in: Musikrevy. 36 (1981), pp. 89–90.
Bjarne Kortsen: Contemporary Norwegian music - A bibliography and discography, Bergen: Kortsen, Bjarne, 1980.
Berit Leinum: Klaus Egges to klaversonater, Studia musicologica Norvegica. 4 (1978), pp. 61–115.
Kjell Bækkelund: Norske komponister: Conrad Baden, Antonio Bibalo, Bjarne Brustad, Edvard. Fliflet Bræin, Klaus Egge, Eivind Groven, Egil Hovland, Olav Kielland, Johan Kvandal, Finn Mortensen, Arne Nordheim, Knut Nystedt, Carl Gustav Sparre Olsen, Øistein Sommerfeldt, Harald Sæverud, Gunnar Sønstevold, Geirr Tveitt, Oslo: Tiden, 1977. 190 p.
Klaus Egge – de store formenes komponist, Festskrift til Klaus Egges 70-årsdag, Drammen, 1976.
Arne Nordheim: Klaus Egges nye symfoni. Et blikk i partituret, in: Dansk Musiktidsskrift. 34 (1959), S. 249-252.
Ingmar Bengtsson: Modern nordisk musik: Fjorton tonsättare om egna verk
Hampus Huldt-Nystrøm: Klaus Egge : Komposisjoner, Lyche, 47 p.