De Jager werd geboren op Texel en verhuisde op 5-jarige leeftijd naar Nederlands-Indië, waar zijn vader schoolhoofd werd op het eiland Sulawesi, toen nog Celebes geheten. In 1939 ging hij aan de Universiteit van Utrechtwis-, natuur- en sterrenkunde studeren. Eind 1942 behaalde hij het kandidaatsexamen. Toen de Duitsers in maart 1943 een loyaliteitsverklaring eisten van alle studenten, dook De Jager onder in de gewelven van de Utrechtse sterrenwacht Sonnenborgh, samen met zijn medestudent Hans Hubenet. Ze hadden de schuilnamen J.C. Gadeer en B. het Heun.[2] 's Nachts deed De Jager voor zijn afstudeeronderzoek waarnemingen van het oppervlak van de manen van Jupiter. Achteraf bleken de conclusies uit die waarnemingen een overschatting van de mogelijkheden van de binnenstadssterrenkunde.[3] Na zijn doctoraalexamen week De Jager voor een half jaar uit naar de theoretische natuurkunde en als assistent van Leon Rosenfeld schreef hij een artikel over de massa van het zojuist ontdekte meson.
De Jager keerde terug naar de sterrenkunde en promoveerde in 1952 bij Marcel Minnaertcum laude op een onderzoek naar de waterstoflijnen in het zonnespectrum. Een aanstelling aan Princeton University ging in 1953 niet door, omdat de Verenigde Staten midden in de Koude Oorlog de linkse De Jager niet wilden toelaten.[4]
In 1957 werd De Jager benoemd tot lector in de stellaire astrofysica en in 1960 tot hoogleraar in dezelfde wetenschap. Op 8 mei 1961 hield hij zijn inaugurele rede Zon en sterren. In 1970 werd zijn leeropdracht 'het ruimte-onderzoek'. Hij leidde vele studenten en promovendi op.[6]
Vanaf 1980 ging zijn aandacht vooral uit naar de studie van superreuzen[7] en in het bijzonder de grootschalige stromingen aan hun oppervlak. Zijn emeritaat volgde op zijn afscheidsrede op 24 april 1986, getiteld Wereld en wetenschap.[8] Ook hierna bleef De Jager doorgaan met publiceren en het populariseren van de wetenschap.
In 1987 werd hij de eerste voorzitter van de Stichting Skepsis, een vereniging ter bestrijding van de pseudowetenschap in Nederland. In 1994 stond hij mee aan de wieg van de Europese Raad van Skeptische Organisaties (ECSO - European Council of Skeptical Organisations), en ook van die vereniging nam hij het voorzitterschap op.[9]
In 2003 verhuisde De Jager van Utrecht (waar hij op de sterrenwacht Sonnenborgh woonde) naar zijn geboorte-eiland Texel. Daar werd hij vrijwillig medewerker bij het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), voor de bestudering van zon-klimaat relaties. Ook hield hij zich bezig met het voorspellen van toekomstige zonneactiviteit.
De Jager was tot op hoge leeftijd sportief. Op zijn zeventigste liep hij zijn eerste marathon in New York en nog in 2008 liep hij de halve marathon op Texel.
In 2006 werd De Jager ereburger van Texel. Hij overleed in Den Burg op 27 mei 2021 op 100-jarige leeftijd.[10]
De Jager was getrouwd met Doetie Rienks. Zij hadden vier kinderen. Na haar overlijden in 2016, deelde hij zijn laatste jaren met Margriet Buisman-Boele, die, als kleindochter van de sterrenkundige Albert A. Nijland (de voorganger van Minnaert), geboren was op de sterrenwacht in Utrecht, waar De Jager een belangrijk deel van zijn leven gewoond en gewerkt had.
Functies
Directeur van Sterrenwacht 'Sonnenborgh' te Utrecht
Vrijwel alle 17 onderstaande promoties met De Jager als promotor waren aan de Rijksuniversiteit Utrecht, behalve Camiel de Loore (Université Libre de Bruxelles) en Alex Lobel (Vrije Universiteit Brussel).[17]
Structure and dynamics of the solar atmosphere, in Encyclopaedia of Physics, vol. 52 (Springer, Berlin, 1959), pp. 80–362
ed. The Solar spectrum, Proceedings of the Symposium held at the University of Utrecht 26-31 August 1963, Kluwer Academic Publishers Group, 1965
met Patrick Wayman, Highlights of astronomy. 1, As represented at the XIIIth general assembly of the I.A.U. 1967. Ook vervolguitgaven Highlights of astronomy 2 (1970), 3 (1973, 1974), 4(1976), 5 (1979, 1980)
The brightest stars, D. Reidel, Dordrecht, Boston, 1980
met Jun-Ichi Sakai: Solar flares and collisions between current-carrying loops: types and mechanisms of solar flares and coronal loop heating, Dordrecht; Boston: Kluwer Academic Publishers, 2012
Popularisatie
Het ruimtelijk milieu en de sterrenkunde, in H.L. de Booij en anderen: Ruimtevaart en wetenschap, Aulapocket 352 Het Spectrum 1968, p. 55 - 74
Tien opmerkelijke sterrekundige ontdekkingen, De Koepel, Utrecht, 1995
Autobiografie
Terugblik, persoonlijke herinneringen aan opmerkelijke gebeurtenissen, Stip Media 2014 (autobiografie)
Terugblik-2, persoonlijke herinneringen aan opmerkelijke gebeurtenissen, Stip Media 2021 (autobiografie)
Bestrijding van pseudowetenschap
Cees de Jager: Velosofie. Rekenen aan de Grote Piramide en m’n fiets, Skepter 1990, vol. 3 (4), p. 13-15. (Humoristische kritiek op numerologie, vertaald in het Duits en Engels als respectievelijk Radosophie en Cyclosophy)
Cornelis de Jager: Was ist Radosophie? In: Gero von Randow (Hrsg.): Mein paranormales Fahrrad und andere Anlässe zur Skepsis, entdeckt im „Skeptical Inquirer“ Rowohlt Taschenbuch Verlag, Reinbek 1993, S. 23–30, ISBN 3-499-19535-6
Geschiedenis
Cornelis de Jager en W.J. Kikkert, Van het Clijf tot Den Hoorn : de geschiedenis van het zuiden van Texel, van de oudste tijden tot de verwoesting van Den Horn en het ontstaan van Den Hoorn, Den Burg : Nauta Boek, [1998]
↑Archiv.org(en) Alex Lobel: 'Two Decades of Hypergiant Research' (2001) voor een overzicht van De Jagers werk aan superreuzen voor 2001. Gearchiveerd op 21 juli 2022.