Kameelachtigen
De kameelachtigen (Camelidae) vormen de enige familie binnen de onderorde eeltpotigen (Tylopoda) van de orde evenhoevigen (Artiodactyla). GeslachtenHoewel de familie in het verleden een veel grotere vormenrijkdom gekend heeft (zie: Amerikaanse kamelen), zijn er nu nog een zestal soorten:
CladogramDe afstamming binnen de kameelachtigen is nog niet volledig duidelijk, onder meer door veelvuldige kruisingen en introgressie. Zo werd de alpaca lange tijd gezien als nazaat van de guanaco en de kameel als nazaat van de wilde kameel.
De alpaca blijkt echter meer verwant met de vicugna, zodat de wetenschappelijke naam werd veranderd van Lama pacos naar Vicugna pacos.[1] Ook bleek de bactrische kameel niet af te stammen van de wilde kameel, zoals lang werd gedacht.[2] De voorouders van de kameelachtigen zijn terug te vinden in het Eoceen, 45-40 miljoen jaar geleden. Deze splitsten zich in kamelen van de Nieuwe Wereld (Lamini) en kamelen van de Oude Wereld (Camelini), waarbij de schattingen uiteenlopen van 25 tot 11 miljoen jaar geleden. De vroegste vondsten in Azië dateren van 5 miljoen jaar geleden. De splitsing tussen eenbultige dromedarissen en tweebultige kamelen heeft zo'n 8-5 miljoen jaar geleden plaatsgevonden. De wilde kameel is dus niet zoals wel gedacht de voorouder van de dromedaris. De bactrische kameel werd zo'n 6000-4000 jaar geleden gedomesticeerd in Centraal-Azië. De dromedaris werd mogelijk gedomesticeerd in het zuidoosten van Arabisch Schiereiland van de wilde dromedaris, samenvallend met de ontwikkeling daar van irrigatiestelsels met qanats 3000 jaar geleden.[3] De splitsing tussen Lama en Vicugna vond zo'n 3-2 miljoen jaar geleden plaats.[1] Zo'n 40% van de lama's bestaat echter uit kruisingen, terwijl dit voor alpaca's op 80% en mogelijk meer dan 90% geldt, zodat de zuivere vorm mogelijk verdwijnt. Lama glama werd zo'n 5000-3800 jaar geleden geleden gedomesticeerd in het hoge Puna-grasland in de Andes en zo'n 4000 jaar geleden in de centrale Andes. De alpaca werd mogelijk al eerder gedomesticeerd, zo'n 6000 jaar geleden in de puna rond Telarmachay.[4]
Nut voor de mensVier van de zes soorten worden door de mens als huisdier en lastdier gehouden. Zowel de dromedaris als de kameel is bij uitstek geschikt als last- en trekdier in de woestijnen van Azië en Afrika. De dromedaris is zelfs ingevoerd in Australië waar hij in verwilderde staat voorkomt. De lama en de alpaca zijn lastdier en wolleverancier in het Andesgebied. Er zijn door toedoen van de mens 2 kruisingen van kameelachtigen ontstaan.
Noten
Zie de categorie Camelidae van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|