Kaapkolonie
De Kaapkolonie was een Nederlandse en later Britse kolonie rond Kaapstad in het huidige Zuid-Afrika. Deze kolonie had eigenlijk alleen een verversingsstation moeten worden van de VOC, om de reis naar India te vergemakkelijken. Door de vele scheepvaart en emigratie van Nederlanders (vooral Zeeuwen en Hollanders), en later ook Fransen, Duitsers en Engelsen groeide de plek in de loop van de 17e eeuw uit tot een ware kolonie. Nederlandse Kaapkolonie Zie Nederlandse Kaapkolonie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Op 6 april 1652 stichtte Jan van Riebeeck in opdracht van de VOC een verversingsstation bij Kaap de Goede Hoop. Schepen van de VOC op weg naar Nederlands-Indië konden hier tonnen met vers water, vlees, wijn, geneeskrachtige kruiden, groente en fruit inslaan. De schepen bleven vaak twee of drie weken liggen. Hierdoor kreeg Kaapstad de bijnaam De Herberg van Twee Oceanen. Na de bouw van Kasteel de Goede Hoop groeide het versterkte station snel uit tot een Nederlandse kolonie, ondanks het verbod van de VOC om gebieden te koloniseren. In Kaapstad en omgeving herinneren veel gebouwen en plaatsnamen nog aan die tijd. Eerst vestigden de kolonisten zich vooral rond het fort - aan de kust - en Stellenbosch, in het binnenland. Later werd ook buiten deze steden op grote schaal gekoloniseerd. In de Kaapkolonie woonden, in tegenstelling tot andere Nederlandse koloniën, vooral boeren. Met de oorspronkelijke bewoners (de Khoikhoi en de San) werd eerst handel gedreven, maar deze kwamen in verzet toen zij erachter kwamen dat deze vreemdelingen zich permanent wilden vestigen en het gebied wilden overheersen. Daardoor werden ze verdreven uit de gekoloniseerde gebieden. Er werd erg op hen neergekeken omdat ze bijna naakt liepen. Ze kregen bijnamen zoals: Strandlopers, Hottentotten en Bosjesmannen (zoals zij zichzelf noemen). Hierdoor dunden deze stammen erg uit in aantal, ook door Europese ziekten waar ze niet tegen bestand waren. Sommigen traden in dienst van hun nieuwe overheersers. Omdat deze inheemsen niet zo gewillig waren, werden er al vrij snel na de stichting slaven ingevoerd uit West-Afrika en Maleisië. Deze slaven hadden in vergelijking met de slaven in Amerika en de rest van Afrika een dragelijk leven, al werden ze niet in de watten gelegd. Bestuurders Nederlandse Kaapkolonie (1652-1797)
(Eerste) Engelse Kaapkolonie Zie Engelse Kaapkolonie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Na de Slag om Muizenberg in 1795 namen de Britten zonder al te veel moeite de macht over van de Nederlanders in de Kaapkolonie. Een Nederlandse poging in 1796 om de Kaapkolonie te heroveren eindigde met de capitulatie van het Nederlands eskader. Bestuurders 1e Britse Kaapkolonie (1797-1803)
Bataafse Kaapkolonie Zie Bataafse Kaapkolonie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bij de Vrede van Amiens in 1802 kreeg de Bataafse Republiek de Kaapkolonie terug, maar de vrede was van korte duur en na de Slag bij Blaauwberg in 1806 viel de Kaap definitief in Britse handen. Bestuurders Bataafse Kaapkolonie (1803-1807)
(Tweede) Engelse Kaapkolonie Zie Engelse Kaapkolonie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bestuurders 2e Britse Kaapkolonie (1807-1910)
De Britten hadden echter weinig respect voor de Afrikaander gebruiken en cultuur, en hielden de Afrikaners of Boeren (zoals de voormalige kolonisten zich vooral noemden) stevig onder de duim. Hierdoor trokken veel Boeren rond 1840 naar het binnenland (De Grote Trek). Hier stichtten zij vele, grote en kleine onafhankelijke republieken. Dit leidde aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw tot twee grote oorlogen tussen de Boeren en de Britten, de Boerenoorlogen. Ex-kolonieVanaf 1910 maakt het gebied deel uit van de Unie van Zuid-Afrika (deel van het Britse rijk) en vanaf 1961 van de Republiek Zuid-Afrika, in deze tijd werd het gebied de Kaapprovincie genoemd. In 1994, na het einde van de apartheid, werd het gebied gesplitst in de provincies West-Kaap, Oost-Kaap, Noord-Kaap en (een gedeelte van) de Noordwestelijke Provincie. |