Julia Drusilla
Julia Drusilla[1] (16 n.Chr.[2] - 10 juni 38 n.Chr.[3]) was de tweede dochter en het vijfde kind van Germanicus Julius Caesar en Vipsania Agrippina maior. Daardoor was ze de zus van Drusus Julius Caesar, Nero Julius Caesar, Gaius Julius Caesar (bijgenaamd Caligula, die latere princeps (keizer) zou worden), Julia Agrippina minor en Julia Livilla. LevenGeboorte en jeugdJulia Drusilla werd vermoedelijk in Abitarvium, een plaats ten noorden van Confluentes (het huidige Koblenz) geboren.[4] De kinderen van Germanicus zouden op 22 mei 17 n.Chr. deelnemen aan de triomftocht van hun vader voor zijn overwinningen op de Cherusken, Chatten en Angrivariërs.[5] De kinderen van Germanicus zouden na zijn dood worden opgevoed in het huis van hun grootmoeder, Antonia minor.[6] Er gingen geruchten dat Gaius (Caligula) in die tijd reeds incest zou hebben gepleegd met Drusilla (en zijn andere zussen),[7] waarbij hij bij een van zijn zussen zelfs een dochter zou hebben verwekt die hij zou hebben erkend.[8] Maar dit wordt gedacht latere hersenspinsels te zijn van historici uit de oudheid, die Caligula in een slecht daglicht wensten te stellen.[9] Kleindochter van TiberiusIn 33 n.Chr. trouwde ze met Lucius Cassius Longinus, een vriend van haar oudoom en de toenmalige princeps Tiberius Julius Caesar Augustus.[10] Zus van CaligulaToen haar broer in 37 echter princeps werd, scheidde ze van haar eerste man en trouwde ze met Caligula's vriend en tevens een neef van hen Marcus Aemilius Lepidus.[11] Caligula, die zijn aanspraken vooral te danken had aan zijn familiebanden, schoof in zijn dynastieke propaganda zowel zijn overleden ouders als zijn zussen naar voren. Zo kende hij hun voorrechten toe die aan Vestaalse maagden toebehoorden (waaronder goede zitplaatsen tijdens de spelen en onschendbaarheid).[12] Hij liet ook munten slaan met aan de voorzijde zijn buste en aan de keerzijde zijn drie zussen, iets wat in Rome nog niet eerder was gebeurd. Caligula voegde hen zelfs toe aan de eed van trouw, waarbij men moest zweren: "Noch mijzelf en mijn kinderen heb ik meer lief dan Gaius en zijn zussen."[13] In consulaire voorstellen moest de volgende frase worden opgenomen: "Dat het goede en het geluk zou zijn van Gaius Caesar en zijn zussen.",[14] en reeds voordien hadden de priesters en magistraten in hun formules om het welzijn van de princeps en de res publica af te smeken de namen van diens drie zussen opgenomen.[15] Toen haar broer ziek was, maakte hij haar erfgename van zijn eigendommen en zijn positie als princeps, maar hij zou kort daarna weer van deze ziekte herstellen.[16] Het is mogelijk dat Caligula dit deed om zo Gnaius Domitius Ahenobarbus, de toenmalige echtgenoot van zijn oudste zus, Iulia Agrippina minor, uit te sluiten van zijn opvolging en hierdoor zijn vriend Lepidus - als echtgenoot van Julia Drusilla - de feitelijke macht in handen te geven.[17] Overlijden en vergoddelijkingIn 38 n.Chr. stierf Julia Drusilla, slechts 22 jaar oud.[18] Haar man leverde de lijkrede tijdens de door haar broer aan haar toegekende staatsbegrafenis.[18] Caligula - die door haar dood buiten zichzelf was van verdriet[19] - zou haar na haar dood op velerlei wijzen eren: hij kende haar de titel van Augusta toe, liet een gouden beeltenis van haar plaatsen in de curia Julia (het senaatsgebouw) en een standbeeld van haar plaatsen in de tempel van Venus Genetrix[20], liet een banket aanrichten voor de senatoren en equites (leden van de Romeinse ridderstand) en bepalen dat feestelijkheden gelijkend op de Ludi Megalenses vanaf nu jaarlijks moesten worden gevierd op haar geboortedag, ging over tot haar consecratio (vergoddelijking) als Diva Drusilla Panthea met twaalf priesters - zowel mannen als vrouwen - en schortte alle geplande feesten op en liet zij die niet voldoende verdriet leken blijken over haar heengaan straffen.[21] Ook in de Romeinse provincies werd haar nagedachtenis geëerd: zo werden er in 37 n.Chr. in Cyzicus in Klein-Azië agones (wedstrijden) georganiseerd ter ere van de "nieuwe godin Aphrodite Drusilla" (θεὰ νέα Ἀφροδείτη Δρουσίλλα)[22] en ook in andere Griekse steden zijn inscriptie teruggevonden die verwijzen naar Drusilla als "nieuwe Aphrodite"[23] en op Samos als "nieuwe Charis."[24] Drusilla in popcultuur
Antieke bronnenEpigrafische bronnen
Literaire bronnen
Kwartierstaat
Noten
Referenties
|