Jozef Van Roey was de oudste zoon van Stanislas Van Roey (1844-1929) en Anna Maria Bartholomeus (overleden 1914). Hij bracht zijn jeugdjaren door in de Schranshoeve in Vorselaar en ging naar het college van Herentals en het klein- en grootseminarie van Mechelen. Hij studeerde theologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Na zijn wijding tot priester op 18 september 1897, doceerde hij van 1899 tot 1926 moraaltheologie en dogmatiek aan de Leuvense universiteit. In 1907 werd hij vicaris-generaal van het bisdom. In die hoedanigheid was hij in 1920 verantwoordelijk voor de organisatie van het Vierde Provinciaal Concilie te Mechelen. Aan de Mechelse gesprekken, die tussen 1921 en 1925 plaatsvonden met de anglicanen nam Van Roey deel als theologisch expert binnen de katholieke delegatie.
In zijn geschriften en zijn veelzijdige activiteiten nam de zorg voor de uitbouw van het vrij onderwijs en van de jeugdorganisaties, voor de kerkenbouw en de vorming van de clerus een belangrijke plaats in. In 1951 kon hij de basiliek van Koekelberg inwijden, waarvan hij de werken van nabij had gevolgd. Om de kerkenbouw financieel te ondersteunen richtte hij in 1952 het werk Domus Dei op. In februari 1931 sprak hij zich naar aanleiding van de begrafenis van luitenant-generaal Bernheim uit tegen het gebruik van crematie.[1]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stijfde hij het verzet van de Belgische bevolking tegen de bezetters en kwam onder andere krachtdadig op tegen de wegvoering van arbeiders naar Duitsland. Hij keurde in een pastorale brief de aanslagen van het verzet af omdat deze Duitse represailles uitlokten, een motivatie die de autoriteiten allerminst beviel. Toen hij ook nog publiekelijk protesteerde tegen de inbeslagname van de kerkklokken, werd de levering van papier en de toegang tot een drukkerij stopgezet.[2]
Het was Van Roey die op 7 december 1941 via een herderlijke brief de Belgische bevolking op de hoogte stelde van het huwelijk van Koning Leopold III met Lilian Baels, één dag nadat het ook wettelijk bezegeld werd.[noot 1] In 1959 bepleitte hij in een van zijn laatste pastorale brieven een rechtvaardige oplossing voor het repressievraagstuk. Hij hechtte belang aan een sterke Katholieke Partij en volgde de schoolstrijd in de jaren 1950 op de voet.
Zijn belangstelling voor de missies werd aangescherpt door zijn reis naar Kongo in 1948. De oprichting van het College voor Latijns-Amerika in Leuven in 1953, zijn bereidheid om priesters uit het aartsbisdom uit te zenden naar dit continent en zijn steun aan de stichting van de katholieke universiteit Lovanium in Leopoldstad in 1954 getuigen ook van zijn bekommernis voor de evangelisatie.
In september 2008 werd bij de Schranshoeve in Vorselaar een borstbeeld van Kardinaal Van Roey onthuld. Het beeld is van de hand van Willy Peeters, de kunstenaar die ook het borstbeeld van Louis Neefs in Gierle ontwierp en werd geschonken door voormalig eerste schepen Jef Olieslagers.
Werken
De justo auctario ex contractu crediti (1903), doctoraatsverhandeling, Leuven
De objectis et actibus ad justitiam pertinentibus principia generalia (1905), Leuven
Le mouvement scientifique en Belgique: Les sciences théologiques (1908), Brussel
De natura et ordine charitatis erga proximum, ad mentem Doctoris Angellici (1910), Leuven
Instructions adressées par S.G. mgr Van Roey aux communautés de Frères et de Religieuses (1926), Mechelen
De virtute charitatis (1929), Mechelen, 368pp
Les béatitudes évangéliques (1939)
In den dienst van de Kerk (9 dln., 1939–1961)
Godsdienstige richtlijnen voor deze tijd (1945)
Artikels in de "Revue néo-scolastique"
Artikels in de "Revue d'Histoire ecclésiastique"
Bibliografie
Aubert, R., Le Cardinal Van Roey in "La Revue Nouvelle", dl. XXXIV, 114
Coppens, J., Son Eminence le Cardinal van Roey. In memoriam in "Annua Nuntia Lovaniensia", fasc. XV, 1962, 879
Kempeneers, J., Le Cardinal Van Roey et son temps 1874-1964 Trente-cinq années d'épiscopat, Bibliotheca Ephemeridum Theologicarum Lovaniensium XXX, Gembloux, 1971
↑‘Zeer beminde broeders, Wij zijn gemachtigd u een belangrijk nieuws mede te delen: Zijne Majesteit Koning Leopold III heeft het huwelijk aangegaan met Mejuffrouw Mary Lilian Baels. De uitverkorene is een landgenote en behoort tot een zeer achtbare familie uit West-Vlaanderen, zij is een dochter van Mijnheer Hendrik Baels, gewezen Minister. Wij hadden de eer en het genoegen het koninklijk huwelijk, de 11de september laatstleden, kerkelijk in te zegenen, in de aanwezigheid van de ouders, in de kapel van het Kasteel van Laken. De burgerlijke pleegvormen werden insgelijks in hetzelfde Kasteel vervuld. Wij zijn gemachtigd eraan toe te voegen dat dit huwelijk uitsluitend het privaat en familieleven van de Koning aanbelangt en op publiekrechterlijk gebied geen uitwerksel zal hebben. Een authentieke akte van de Vorst bepaalt dat de koninklijke Echtgenote afstand doet van de titel en van de rang van Koningin, - voorwaarde die zijzelve aan haar huwelijk gesteld heeft - zij zal de titel voeren van Prinses van Rethy. Bij dezelfde akte verklaart de Koning dat het gebeurlijk nakomelingschap van dit huwelijk geen enkel erfrecht zal hebben op de kroon. Laten wij bidden, zeer beminde broeders, voor het behoud en het geluk van onze Koning, opdat hij, op het door de goddelijke Voorzienigheid bepaalde ogenblik, de lotsbestemming van het Vaderland weer in handen moge nemen en met wijs beleid besturen.
+ J.E. Kard. Van Roey
Aartsbisschop van Mechelen.’