Joseph Schubert was leerling aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel tussen 1836 en 1842.
Hij heeft naam gemaakt als portretgraveur: het aanmaken van portretten van personen in een gemakkelijk reproduceerbare grafische techniek. Schubert had wel déze tegenslag dat hij op de arbeidsmarkt kwam op het ogenblik dat de fotografie haar doorbraak kende en de taak van de portretgraveur ging overnemen.
Schubert was lid van de in 1856 gestichte Brusselse vereniging “Société Royale Belge des Aquarellistes”, een vereniging die in de geest van de Britse “Watercolour Society” wilde werken en jaarlijks een tentoonstelling hield. Joseph Schubert volgde in 1876 Madou op als voorzitter en bleef in die functie tot 1879.
Portretten en ander werk
De kunstenaars W. Toovey (tekenaar), Pierre-Joseph Jacobs (schilder), Jean-Joseph Jaquet (beeldhouwer)
Andere : Jean-Joseph Khnopff, raadsheer bij het Hof van Cassatie en van zijn vrouw Marguerite-Victoire de Ridder (resp. 1860 en 1861), Albert Von Graefe, Léon Joliet (acteur), Louis De Potter, Pierre-Emmanuel Chazal (militair), A. Borguet (rector Universiteit Liège), Mevrouw Boch, Henry Barron (Secretaris van de Britse Vertegenwoordiging in Brussel), Mevrouw de Aynssa (zangeres), Jules Grévy (Frans president), F.J. Snoeck, Luitenant J.B. Wautier…
Reproducties van kunstwerken van Edouard Hamman (Andreas Vesalius), H. Dillens, Markelbach, A. Roberti, Navez, E. De Block…
Verzamelingen
Brussel, Kon. Bibliotheek Albert I. Prentenkabinet. Verz. Schubert (meerdere volumes)