Johann Gottlob SchneiderJohann Gottlob Theaenus Schneider (Collm, 18 januari 1750 - Breslau, 12 januari 1822) was een Duits klassiek taalkundige en natuuronderzoeker, vooral ichtyoloog. LevenSchneider studeerde te Leipzig, Göttingen en Straatsburg. In 1774 werd hij op voorspraak van Christian Gottlob Heyne (1729–1812) secretaris van de Straatsburgse filoloog Richard François Philippe Brunck. Daarna werd hij hoogleraar in de Letteren en Wijsbegeerte aan de universiteit te Frankfurt (Oder). Hij werd corresponderend lid van de Pruisische Academie van Wetenschappen en in 1809 van de Beierse Academie van Wetenschappen. Zijn belangrijkste werk was zijn Kritisches griechisch-deutsches Handwörterbuch uit 1797, het eerste onafhankelijke werk na Robert Estienne's Thesaurus linguae Latinae (1576–78), en vormde de basistekst voor Franz Ludwig Carl Friedrich Passow Opuscula academica (1835) en alle Griekse woordenboeken. In 1801 publiceerde Schneider Systema ichthyologiae iconibus CX illustratum [Indeling van de vissen, met 110 afbeeldingen geïllustreerd], een standaardwerk over de taxonomie van vissen dat door Marcus Élieser Bloch begonnen was maar bij zijn dood in 1799 onafgemaakt was gebleven. Naast de wetenschap die zich bezighoudt met de studie naar vissen (ichtyologie), hield Schneider zich ook bezig met paleontologie, vooral van schildpadden en andere reptielen en amfibieën. In 1799 beschreef hij voor het eerst de in India veel voorkomende lijstenpad Duttaphrynus melanostictus. In 1811 werd hij hoogleraar voor oude talen aan de Universiteit van Breslau. In 1814 werd hij er hoofdbibliothecaris van de universitaire bibliotheek. Hij bleef daar actief tot zijn dood. Werken
|