Brom was een dochter van edelsmid Jan Hendrik Brom (1860-1915) en Agatha Maria Constantia de Charro. Ze kreeg haar opleiding in Duitsland, bij Maria Cyrenius in Salzburg, A. Hoffmann in Wenen, H. Hilbert in Berlijn en K. Hasenohr in Leipzig. Ze ging aan de slag in het familiebedrijf Edelsmidse Brom in Utrecht en had vanaf 1931 de leiding over het Sint-Bernulphushuis in Amsterdam. Ze woonde met haar moeder en haar latere schoonzus Hildegard Fischer boven de winkel, die in 1936 werd opgeheven.[2] Brom bleef ongehuwd en woonde ook na het huwelijk van Fischer met haar broer Jan Eloy Brom bij hen in.