Jeugdbeweging

De term jeugdbeweging heeft in Nederland en Vlaanderen verschillende betekenissen:

  • In Vlaanderen verstaat men onder de "jeugdbeweging": organisaties waar kinderen één dag in de week (dikwijls zaterdag of zondag) naartoe kunnen. Ze kunnen er onder begeleiding van vrijwilligers gedurende enkele uren deelnemen aan allerlei activiteiten.
Zie Jeugdbewegingen in Vlaanderen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
  • In Nederland wordt onder de "jeugdbeweging" verstaan: een "specifieke, aan bepaalde historische omstandigheden gebonden, jeugdbewogenheid die in uiterste consequentie, uit onbehagen over de maatschappelijke toestanden en verhoudingen, een verlangen inhield naar een nieuwe mens en een nieuwe gemeenschap" en die "in zijn optimale vorm gekenmerkt (wordt) door een zich afgrenzen van en soms zelfs door een verzet tegen de oudere generatie en derhalve door het niet accepteren en dus ontbreken van volwassen leiders".[1]. Veelal wordt in dit verband de term "vrije jeugdbeweging" gehanteerd. Een bredere opvatting van "jeugdbeweging" omvat ook jeugdorganisaties die door volwassenen geleid of begeleid worden. Harmsen hanteert hier de term "jeugdzorg"[2]
Zie Jeugdbeweging in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vlaanderen

Zie Jeugdbewegingen in Vlaanderen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Vlaanderen verstaat men onder de "jeugdbeweging": organisaties waar kinderen één dag in de week (dikwijls zaterdag of zondag) naartoe kunnen. Ze kunnen er onder begeleiding van vrijwilligers gedurende enkele uren deelnemen aan allerlei activiteiten.

Lijst

(deze lijst, in alfabetische volgorde, is niet volledig)

Nederland

Zie Jeugdbeweging in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Nederland wordt onder de "jeugdbeweging" verstaan: een "specifieke, aan bepaalde historische omstandigheden gebonden, jeugdbewogenheid die in uiterste consequentie, uit onbehagen over de maatschappelijke toestanden en verhoudingen, een verlangen inhield naar een nieuwe mens en een nieuwe gemeenschap" en die "in zijn optimale vorm gekenmerkt (wordt) door een zich afgrenzen van en soms zelfs door een verzet tegen de oudere generatie en derhalve door het niet accepteren en dus ontbreken van volwassen leiders".[3]. Veelal wordt in dit verband de term "vrije jeugdbeweging" gehanteerd. Een bredere opvatting van "jeugdbeweging" omvat ook jeugdorganisaties die door volwassenen geleid of begeleid worden. Harmsen hanteert hier de term "jeugdzorg"[4][a]

Lijst

(deze lijst is niet volledig)

Zie ook

Noten

  1. Harmsen schreef ook het lemma over 'jeugdbeweging' in de Winkler Prins Encyclopedie, waar ook deze terminologie wordt gehanteerd.

Referenties

Voetnoten

  1. Harmsen, G. (1961), p. 2f
  2. Harmsen, G. (1961), p. 3. Harmsen schreef ook het lemma over 'jeugdbeweging' in de Winkler Prins Encyclopedie, waar ook deze terminologie wordt gehanteerd.
  3. Harmsen 1961, p. 2.
  4. Harmsen 1961, p. 3.

Literatuur

  • Harmsen, Ger (1961). Blauwe en Rode Jeugd: Ontstaan, ontwikkeling en teruggang van de Nederlandse jeugdbeweging tussen 1853 en 1940. Van Gorcum & Comp. N.V., Assen.