Fock trad in 1932, nog ten tijde van het Horthy-regime, toe tot de Communistische Partij van Hongarije. Omwille van zijn communistische activiteiten werd hij tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangengenomen van 1940 tot 1943.
Op 14 april 1967 werd hij ter opvolging van Gyula Kállai aangeduid als premier. Tijdens zijn ambtstermijn trachtte hij vergeefs enkele elementen van de markteconomie in te voeren. Deze pogingen werden echter afgeketst door de Comecon. Ten gevolge van deze mislukking moest Fock op 15 mei 1975 aftreden ten gunste van György Lázár.
Van 1945 tot 1947, van 1958 tot 1967 en van 1971 tot 1985 was Fock afgevaardigde in het Hongaarse parlement. Later was hij ook voorzitter van het "Verbond van technische en wetenschappelijke verenigingen".