Zijn eerste boek, het realistisch geschreven Kvinden i midten, verscheen na een verblijf in Noord-Italië in 1985. Daarna volgde met regelmatige intervallen een vijftiental andere romans. Hij schreef daarnaast twee toneelstukken en teksten voor de radio. Liefde en in de loop van de tijd verblekende menselijke relaties vormen in zijn werk een leidend thema. In zijn essaybundels reflecteert hij niet alleen op zijn schrijverschap, maar ook op vraagstukken van politiek en cultuur.
In 1990-1991 was hij vicepresident van de PEN-club in Denemarken. Zijn werk werd in binnen- en buitenland genomineerd voor en bekroond met verschillende literaire prijzen. Hij ontving onder meer een driejarig stipendium van het Deense Staats-kunstfonds in 1990, De Gyldne Laurbær in 1999 en de Søren Gyldendal-prijs in 2007. Hij stond met zijn boek An altered light (Et andet lys) in 2006 op de shortlist voor de International IMPAC Dublin Literary Award.
Opspraak
In 2017 kwam Grøndahl in opspraak door een uitglijder. Over de door de Deense uitvinder Peter Madsen vermoorde Zweedse journaliste Kim Wall merkte hij in een tweegesprek met Jørgen Leth op: "Het is NOOIT de schuld van een vrouw als een man besluit haar aan te vallen. Maar, dat gezegd hebbende... nou, als ik kijk naar de foto van het slachtoffer, hoe ze zich laat fotograferen, hoe ze in de camera kijkt... kan ik er niet omheen dat dit een meisje is dat problemen zoekt". Nadat hierover grote ophef ontstond trok hij zijn woorden in en bood excuses aan.[1] Volgens literatuurcritici zou de verwijzing naar MeToo in zijn roman Inde fra stormen (De storm) uit 2019 gelezen kunnen worden als een indirecte vorm van zelfrechtvaardiging.[2][3]
Bibliografie
Romans
1985 Kvinden i midten
1986 Syd for floden
1988 Rejsens bevægelser
1990 Det indre blik
1991 Skyggen i dit sted
1992 Dagene skilles
1993 Stilheden i glas
1994 Indian Summer - (Ned. titel Indian summer, 2002; vert. Gerard Cruys)