Jan van Scorel
Jan van Scorel (Schoorl, 1 augustus 1495 - Utrecht, 6 december 1562) was een Noord-Nederlands schilder en tekenaar. Hij wordt beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van de renaissance in de Lage Landen. LevenOver het leven van Jan van Scorel is veel bekend, onder andere dankzij biograaf Karel van Mander. Jan van Scorel was de onwettige zoon van een dorpspastoor. Hij bezocht de Latijnse school in Alkmaar en kreeg vervolgens een schildersopleiding van Cornelis Willemsz. te Haarlem. Hij was vervolgens vanaf 1512 assistent van Jacob Cornelisz. van Oostsanen in Amsterdam, waarna hij vermoedelijk nog korte tijd bij Jan Gossaert te Utrecht werkte. In 1518 begon Jan van Scorel aan een lange reis, die hem eerst door Duitsland voerde. In Neurenberg ontmoette hij Albrecht Dürer, die een grote invloed op hem uitoefende. Deze invloed is merkbaar in het eerste grote werk van Jan van Scorel dat bewaard is gebleven, het Obervellach-triptiek uit 1519 (Obervellach, Sankt Martin), dat ontstond tijdens zijn reis door Oostenrijk. Jan van Scorel trok vervolgens via Venetië over zee naar het Heilige Land (Palestina), waar hij Bethlehem en Jeruzalem aandeed. Volgens Van Mander heeft hij zijn indrukken van deze reis vastgelegd in een schetsboek dat echter niet bewaard is gebleven. Terug in Italië hield hij zich weer in Venetië op, waar hij de invloed van Giorgione onderging. In 1522 werd hij door de uit Utrecht afkomstige paus Adrianus VI benoemd tot opzichter van de pauselijke kunstcollecties in het Belvédère in Rome, als opvolger van Rafael. Hij woonde in de pauselijke appartementen en had volop gelegenheid de antieke beeldhouwwerken en de Italiaanse renaissancekunst van Rafaël en Michelangelo grondig te bestuderen. Hij schilderde in deze tijd twee portretten van de paus. Na de dood van Adrianus VI in 1523 keerde Jan van Scorel naar Utrecht terug. Hij baarde opzien met zijn Italiaans geïnspireerde kunst en kreeg spoedig opdrachten, onder meer van Domdeken Herman van Lochorst, die tot de vriendenkring van Adrianus VI had behoord. Voor hem schilderde Jan van Scorel in 1526-1527 het zogenaamde Lochorst-triptiek, dat oorspronkelijk in de Domkerk stond opgesteld, en dat zich thans in het Centraal Museum in Utrecht bevindt. In 1527 week hij wegens politieke onlusten uit naar Haarlem, waar hij nieuwe begunstigers vond en waar hij Maarten van Heemskerck opleidde. Jan van Scorel trad toe tot de Haarlemse Jeruzalembroederschap, waarvoor hij enkele portretseries vervaardigde. Het stuk geldt als een van de eerste groepsportretten in de Nederlandse schilderkunst.[1] Terug in Utrecht (1530) zette hij een grote werkplaats op, waar Anthonie Mor tot zijn leerlingen behoorde. Jan van Scorel was tussentijds (in 1528) benoemd tot kanunnik van de Mariakerk in Utrecht, waarmee hij een voornaam geestelijk ambt bekleedde. Hij leefde samen met Agatha van Schoonhoven en het paar kreeg vier zonen en twee dochters. Zijn taken als kanunnik liepen uiteen van het beheren van landgoederen tot het aankopen van wijnen voor het kapittel. Voor de Mariakerk ontwierp hij onder meer een oksaal en enkele gebrandschilderde ramen. Dankzij zijn goede contacten en als gevolg van zijn missies namens het kapittel ontving Jan van Scorel enkele opdrachten voor grote altaarstukken. Rond 1540 schilderde hij drie veelluiken voor de abdij in het Henegouwse Marchiennes. Hiervan wordt het Jacobus- en Stefanusaltaarstuk tegenwoordig in het museum van Dowaai bewaard. Rond 1542 vervaardigde hij een bewaard gebleven drieluik voor de Grote Kerk van Breda, in 1550 volgde een opdracht voor de Nieuwe Kerk te Delft. Eervolle opdrachten waren de decoratie en organisatie van de intochten in Utrecht van keizer Karel V in 1540 en van Filips II in 1549. In 1550 nam hij deel aan de restauratie van het veelluik met het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck te Gent. Het was lange tijd een onbeantwoorde vraag of Jan van Scorel de Utrechtse Domtoren op dat werk toegevoegd heeft. Bij de laatste, in 2019 voltooide restauratie is vast komen te staan dat de toren oorspronkelijk is maar in de zestiende eeuw geheel overgeschilderd was. In de jaren 1549 tot 1553 ontplooide Jan van Scorel verschillende nevenactiviteiten als ingenieur. Zijn projecten omvatten het verbeteren van de haven van Harderwijk, het verdiepen van verschillende rivieren en het droogleggen van de Zijpe. Veel succes had hij echter niet met deze werkzaamheden. Na zijn dood kreeg Jan van Scorel een praalgraf in de Mariakerk, dat voorzien was van zijn portret, geschilderd door Anthonie Mor. Zo'n monument voor een kunstenaar was destijds uniek in de noordelijke Nederlanden en getuigt van de waardering die de schilder al tijdens zijn leven genoot. Werk en betekenisJan van Scorel bekleedt een belangrijke plaats in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Hij speelde een hoofdrol in de verspreiding van de Italiaanse renaissancekunst in de Noordelijke Nederlanden, die weldra de middeleeuwse kunst verdrong. Zijn werken behoren tot de Noordelijke renaissance. Bovendien is hij het eerste voorbeeld in de Nederlanden van een nieuw type zelfbewuste kunstenaar. Voordien werd de schilder als ambachtsman beschouwd. Beïnvloed door buitenlandse voorbeelden zag Jan van Scorel zich als intellectueel, de gelijke van dichters en geleerden. Als kanunnik verkeerde hij in de hoogste kringen en had hij contacten met verschillende humanisten. Tekenend voor zijn zelfbewustzijn is dat hij weigerde zich aan te sluiten bij het ambachtsgilde waartoe de schilders behoorden. Het vroege werk van Jan van Scorel staat nog sterk onder de invloed van zijn leermeesters en van Dürer. Sinds zijn verblijf in Italië schilderde hij in de nieuwe renaissancestijl, waarbij soms letterlijke citaten van de grote Italiaanse meesters in zijn werk opduiken. Naast Bijbelse taferelen schilderde Jan van Scorel vooral portretten. Zij vertonen minder invloed van de Italiaanse schilderkunst. Een bekend voorbeeld is het portret van zijn geliefde Agatha van Schoonhoven in de Galeria Doria Pamphili te Rome uit 1529. Veel werk van Jan van Scorel is tijdens de Reformatie verloren gegaan. Van de overgebleven schilderijen bevindt zich de grootste verzameling in het Centraal Museum in Utrecht. Schilderijen in België en NederlandBelgiëBrussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten:
NederlandAmsterdam, Rijksmuseum:
Breda, Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk:
Haarlem, Frans Hals Museum:
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen
Utrecht, Museum Catharijneconvent:
Utrecht, Centraal Museum:
Literatuur
Historische roman over Jan van Scorel:
Zie ookExterne linksNoten
Zie de categorie Jan van Scorel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|