Jan Kobell, zoon van Hendrik Kobell (1751-1779) en Anna Detert (1752-1778), was evenals zijn vader kunstschilder. De vader was bekend als zeeschilder, de zoon ontwikkelde zich meer, in de traditie van Potter, tot veeschilder. Daarnaast schilderde hij ook landschappen. Koning Lodewijk Napoleon sprak met lovende woorde over de schilder Jan Kobell.[2] In 1807 was Kobell medeoprichter (samen met de schilder Pieter Christoffel Wonder) van het genootschap Kunstliefde in Utrecht.
Jan Baptist Kobell (1778–1814), Ziegen auf der Weide, Pinsel in Braun und Grau über Graphit (Graphische-Sammlungen Weimar)
Jan Baptist Kobell (Delfshaven 1778 - 1814 Amsterdam) Rustend vee bij een beek 297 - Zwart krijt en grijs gewassen, gesigneerd en gedateerd 22 december 1809
↑Volgens Van Eijnden en Van de Willigen zou hij geboren zijn in Utrecht in 1782 en overleden zijn in Amsterdam op 14 september 1814 in een krankzinnigengesticht.
↑Lodewijk Napoleon in: Marie, ou les peines de l'amour (1810), een briefroman geschreven na zijn afzetting als Koning van Holland.