Brandon sloot zich in 1696 aan bij de Confrèrie Pictura, een kunstenaarscollectief in Den Haag, en werd bekend om zijn portretten. Hij werd directeur van de academie voor beeldende kunst in Den Haag in de periode dat Jan van Gool daar in 1703 lessen volgde.[2]
In 1706 trouwde hij met Elisabeth Lecaen uit Utrecht.[3] In 1708 verhuisde hij naar Utrecht, waar hij ging wonen op De Plaats, tegenover het Stadhuis. Rond 1710 vervaardigde hij aldaar de huwelijksportretten van Jacob Martens en Deliana Margaretha Voet van Winssen. Beide schilderijen bevinden zich sinds 1973 in de collectie van het Centraal Museum.
Brandon overleed in 1714 in Utrecht, nalatende zijn vrouw en geen kinderen.[4] Hij werd begraven in de Buurkerk.