Ze deden drie keer mee aan de Junior Grand Prix-finale (2011-2013) en wonnen drie keer een medaille. Ook beide deelnames aan de WK voor junioren waren succesvol met het veroveren van de zilveren medaille in 2012 en de gouden in 2013. Door ziekte konden ze niet meedoen aan de WK voor junioren van 2014, waar ze wel voor waren geselecteerd.
Bij de senioren legden Stepanova en Boekin het met de nationale kampioenschappen telkens af tegen andere paren. In hun debuutjaar 2014/15 waren Jelena Ilinych / Roeslan Zjigansjin en Ksenia Monko / Kirill Chaljavin de betere partijen, in 2015/16 Jekaterina Bobrova / Dmitri Solovjov en Viktoria Sinitsina / Nikita Katsalapov en de volgende vier jaren werden ze tweede achter Bobrova/Solovjov (2017, 2018) en Sinitsina/Katsalapov (2019, 2020). In 2021 behaalden ze bij hun achtste deelname de nationale titel dan wel. Desondanks deden de ijsdansers het op internationale toernooien wel goed. Ze namen zes keer deel aan zowel de Europese- als de wereldkampioenschappen. Drie keer wonnen ze een medaille op de EK: 1x zilver (2019) en 2x brons (2015, 2018). De beste prestatie op de WK is de vierde plek (2019). De Russische bond wilde Stepanova en Boekin in 2018 afvaardigen naar de Olympische Winterspelen in Pyeongchang, maar om een grootschalig dopingschandaal als in 2014 te voorkomen werden nu tal van sporters geweigerd. Ook Boekin werd voor de Spelen niet uitgenodigd door het IOC.[1]
t.z.t. = trokken zich terug / * Afgelast naar aanleiding van de coronapandemie. (*) Het paar was aanvankelijk geselecteerd voor de Spelen, maar Boekin werd door het IOC uitgesloten voor deelname.