Internationale reserveInternationale reserves zijn de hoeveelheden muntreserves, goudreserves, speciale trekkingsrechten en IMF-reserveposities die de centrale bank en monetaire overheid van een land in voorraad heeft. Vaak wordt ook de term valutareserves gebruikt, maar dit is alleen de muntreserve. AchtergrondHet hebben van grote internationale reserves kan de overheid van een land in staat stellen de wisselkoersen te bepalen, meestal met het doel de economische omstandigheden van het eigen land te verbeteren. In theorie kan het manipuleren van de wisselkoersen deze buitenlandse valuta een stabiliteit gelijk aan de goudstandaard opleveren. In de praktijk blijkt dit echter lastig. Er zijn kosten verbonden aan het verkrijgen en behouden van grote internationale reserves. Veranderingen in de wisselkoersen kunnen het aanleggen van reserves bemoeilijken of vergemakkelijken. Zo heeft de Volksrepubliek China een grote reserve Amerikaanse dollars. Als de dollar een zwakke positie krijgt op de beurs, vermindert dit de waarde van deze reservevoorraad. GeschiedenisInternationale reserves bestonden oorspronkelijk enkel uit goud en af en toe zilver. Dit veranderde echter onder het systeem van Bretton Woods, waarin werd afgesproken ook buitenlandse valuta als internationaal betaalmiddel te gaan hanteren. Dit werd aanvankelijk de Amerikaanse dollar. Deze kon tot 1968 worden omgeruild voor goud via het Federal Reserve System. Sinds 1973 kan echter geen enkele grote valuta meer voor een vaste prijs voor goud worden ingeruild. Overzicht Zie Lijst van landen naar internationale reserves voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Eind 2007 bestond 63,9% van de buitenlandse valuta-reserves in de wereld uit dollars, en 26,5% uit euro’s.[1] De top 10 van landen met de grootste buitenlandse valuta-reserves in 2009
Zie ookExterne links
Bronnen, noten en/of referenties
|