Internal exile
Internal exile, A collection of boys own stories is het tweede studioalbum van Fish als soloartiest. De reden van de breuk tussen Fish en zijn voormalige muziekgroep Marillion is duidelijk te horen op dit album. Terwijl Fish blijft hangen in de oude Marillionstijl, bewoog Marillion zich meer en meer richting artrock. Zonder dat het een conceptalbum is, is er weer een centraal thema: de ervaringen van de zanger zelf. Ook zijn vorige platenlabel kreeg een veeg uit de pan. De muziek is een mengeling van progressieve rock met folk met name in de titelsong. De titel Internal exile verwijst naar het feit dat Fish zich een banneling in eigen land voelde. Hij is/was Brit, maar voelde zich Schot. Hij was/is voorstander van een (meer) onafhankelijk Schotland. Hij staat daarom als Schot afgebeeld op de platenhoes. Het nummer Credo over globalisering en de negatieve bijeffecten, zou uitgroeien tot een blijvertje, dat constant gespeeld werd tijdens tournees na dit album. Het album werd geproduceerd door Chris Kimsey, ooit de producer van Marillions debuutalbum Script for a jester's tear. Fish refereert daar ook aan: Het album verkocht aanmerkelijk minder dan zijn voorganger. In Engeland haalde het “slechts” drie weken albumlijst met een hoogste plaats 21. In Nederland haalde het zeven weken met hoogste notering plaats 28. het album is opgedragen aan Tara Rowena Dick (1991), dochter van Fish en Tamara. Musici
Muziek
Bij heruitgave verviel de laatste track en werd vervangen door
Bronnen, noten en/of referenties
|