Hollandklasse (onderzeebootjager)
De onderzeebootjagers van de Hollandklasse (Type 47A) zijn begin jaren vijftig van de 20e eeuw in dienst genomen bij de Nederlandse marine. In de jaren zeventig zijn zijn de schepen van de Hollandklasse vervangen door de fregatten van de Kortenaerklasse. Schepen
Ontwerp en bouwHet ontwerp lijkt veel op dat van de Frieslandklasse, maar de schepen zijn iets kleiner en hebben een lichtere anti-luchtdoelbewapening. AandrijvingDe jagers van de Hollandklasse waren voorzien van twee ketels en twee stoomturbines verdeeld over twee ketelruimen en twee machinekamers. De schepen konden aangedreven worden door het gebruik van 1 of 2 ketels. Meestal werd, om economische gronden, op één ketel gevaren. Wanneer de schepen met één ketel voeren kon een snelheid van meer dan 24 knopen worden gehaald, met twee ketels lag de topsnelheid op ongeveer 32 knopen. Lot van de schepenDe Gelderland werd in 1974 uit dienst genomen en zijn geschuttorens zijn opnieuw gebruikt in de fregatten van de Trompklasse. De Gelderland heeft daarna nog jarenlang aan de kade van het marine-etablishement in Amsterdam gelegen ten behoeve van de technische opleidingen. De Noord-Brabant werd op 9 januari 1974 voor Vlissingen aangevaren in de midscheeps en was te zwaar beschadigd om gerepareerd te worden. Ten gevolge van dit ongeval kwamen twee mensen om het leven. De Holland werd in 1978 overgedragen aan Peru en hernoemd in Garcia y Garcia. Het is de enige jager van de Hollandklasse die aan een ander land is verkocht. Zie ookExterne link
|