Hendrik III Julius van Bourbon-Condé
Henri III Jules de Bourbon, prins van Condé (Parijs, 29 juli 1643 - aldaar, 1 april 1709) was, als de oudste zoon van Lodewijk II van Bourbon-Condé en Claire-Clémence de Maillé-Brézé, hertogin van Fronsac en Caumont en nicht van kardinaal Richelieu, een lid van de Franse koninklijke familie. Zijn excentrieke gedrag leverde hem de bijnamen "Condé de Gek" en "de Groene Aap" op. Henri werd op 29 juli gedoopt in de Église Saint-Sulpice met Richelieu als peetoom. Hij erfde de mentale instabiliteit van zijn moeders familie en was berucht om zijn uitspattingen en vreemde gedrag. Hij trouwde in 1663 met Anna Henrietta, een dochter van Eduard van de Palts. In 1673 werd hij als officier in het leger naar de Rijn gezonden, maar zijn mentale instabiliteit verhinderde hem een actieve rol te vervullen, ongeacht zijn rang van luitenant-generaal en uiteindelijk zelfs veldmaarschalk. In 1686 erfde hij, als oudste zoon, de titels en gebieden van zijn overleden vader. In 1688 kwamen daarbovenop nog de titels en rechten op Guise en toebehoren. Henri's waanzin nam naarmate de jaren verstreken steeds groteskere vormen aan, tot hij in 1709 stierf aan klinische lycantropie. Via een van zijn dochters was hij een voorvader van Lodewijk Filips, die van 1830 tot 1848 koning van Frankrijk was. NageslachtBij zijn vrouw verwekte Henri tien kinderen, van wie er vijf als kinderen stierven.
|