Hartsen is een uit Goch afkomstige familie waarvan leden sinds 1841 tot de Nederlandse adel behoren en die in 1972 uitstierf.
Geschiedenis
De stamreeks begint met Jacob Hartsen die in Goch werd geboren, in 1605 garenkoopman was te Haarlem en voor 5 september 1642 overleed. In 1715 vestigde een nazaat, Anselmus Hartsen (1686-1756) zich in Amsterdam. Twee van diens achterkleinzonen werden bij Koninklijk Besluit van 14 augustus 1841 verheven in de Nederlandse adel, onder clausule van inlijving; bij KB van 3 juli 1844 werden beiden ingelijfd onder wijziging van het KB uit 1841.
Enkele telgen
Anselmus Hartsen (1686-1756), koopman te Amsterdam
Jhr. Cornelis Hartsen (1823-1895), minister; trouwde in 1850 met Sara Cornelia Wilhelmina van Lennep (1825-1899), dame du palais van koningin Emma, lid van de familie Van Lennep
Jkvr. Maria Cornelia Hartsen (1857-1886); trouwde in 1881 met mr. Theo Heemskerk (1852-1932), minister
Jhr. Pieter Hartsen (1833-1913), koopman en assuradeur, lid provinciale staten van Noord-Holland; trouwde in 1865 met jkvr. Carolina Carina Janssens (1832-1896), lid van de familie Janssens
Sara Louisa Hartsen (1791-1849); trouwde in 1822 met jhr. Jan Willem Janssens (1762-1838), generaal, minister, lid van de familie Janssens
Jhr. ir. Jacob Hartsen (1842-1892), directeur gasfabriek te Baarn
Jkvr. dr. Maria Jacoba Hartsen (1890-1972), lerares Duits en Frans, lectrice universiteit van Berlijn, dichteres, laatste telg van het adellijke geslacht
Jhr. Jacob August Cornelis (von) Hartsen (1891-1916), 1e luitenant cavalerie in Saksische dienst, bij diploma van 30 december 1911 van koning Friedrich August van Saksen erkend te behoren tot de adel van Saksen