Gratenvis

Gratenvis
IUCN-status: Gevoelig[1] (2011)
Gratenvis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Orde:Albuliformes (Gratenvisachtigen)
Familie:Albulidae (Gratenvissen)
Geslacht:Albula
Soort
Albula vulpes
(Linnaeus, 1758)
Originele combinatie
Esox vulpes Linnaeus, 1758
Synoniemen
Lijst
  • Clupea brasiliensis Bloch & Schneider, 1801
  • Clupea macrocephala Lacepède, 1803
  • Engraulis bahiensis Spix, 1829
  • Engraulis sericus Spix, 1829
  • Amia immaculata Bloch & Schneider, 1801
  • Albula conorynchus Bloch & Schneider, 1801
  • Albula lacustris Walbaum, 1792
  • Albula parrae Valenciennes, 1847
  • Albula plumieri Bloch & Schneider, 1801
  • Albula rostrata Gray, 1854
  • Esunculus costai Kaup, 1856
  • Glossodus forskalii Spix & Agassiz, 1829
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gratenvis op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

De gratenvis (Albula vulpes) is een straalvinnige vis uit de familie van de gratenvissen (Albulidae) en behoort derhalve tot de orde van de gratenvisachtigen (Albuliformes). In het verleden is deze vis ook wel als tienponder aangeduid;[2] tegenwoordig wordt die naam alleen gebruikt voor Elops saurus, een vis uit de orde van de tienponders (Eloptidae).

Kenmerken

Deze vis heeft een slank, gestroomlijnd lichaam, een lange, kegelvormige en onbeschubde kop en een hoge rugvin. Het volwassen dier vertoont vage dwarsbanden. De vis kan maximaal 104 cm lang en 9 kg zwaar worden.

Leefwijze

Het voedsel van deze vis bestaat uit grote en kleinere kreeftachtigen, die hij door middel van kleine waterstraaltjes uit de bodem vrijblaast. Door zijn grootte is hij betrekkelijk veilig voor roofvissen, die hem niet snel zullen aanvallen.

Leefomgeving

Albula vulpes komt voor in ondiep kustwateren en brak water of in lagunes met mangrovebossen. De vis prefereert een subtropisch klimaat en heeft zich verspreid over de Grote en Atlantische Oceaan. De diepteverspreiding is 0 tot 84 meter onder het wateroppervlak. De vis wordt in kleine aantallen in de kustwateren van Suriname aangetroffen.[3]

Voortplanting

De Caribische exemplaren planten zich voort van oktober tot in april. Vóór het paaien neemt de school in de namiddag een tornadoachtige vorm aan en duikt 's nachts tot ruim 300 meter diep om daar te paaien. De volgende ochtend zijn de vissen verdwenen en hebben ze op hun terugtocht bevruchte eitjes afgezet. De nieuwe visjes beginnen hierna een larvestadium dat twee maanden duurt.[4][1]

Relatie tot de mens

Albula vulpes is voor de visserij van beperkt commercieel belang. Voor de mens is Albula vulpes potentieel gevaarlijk, omdat er vermeldingen van ciguatera-vergiftiging zijn geweest.