Beide auto's van Williams vielen uit door bandenproblemen.
Michael Schumacher en Mark Webber botsten in ronde 14. Schumachers voorwielophanging was beschadigd, maar reed later de race wel weer verder. Webber verloor zijn neus.
Juan Pablo Montoya was op weg naar een tweede plaats, maar in de voorlaatste ronde haalde hij Tiago Monteiro een ronde in, waarbij hij zich overremde en zijn diffuser beschadigde. In de volgende ronde verloor Montoya de grip en reed rechtdoor in bocht 8, waarmee hij de tweede plaats schonk aan Fernando Alonso.
Felipe Massa verloor zijn voorvleugel en bargeboard in een botsing in de eerste ronde met Nick Heidfeld. Nadat deze waren vervangen ging hij verder met de race, maar viel uit door motorpech in ronde 28.
De snelste ronde van Juan Pablo Montoya was ruim 2 seconden sneller dan de pole positiontijd van zijn teamgenoot, normaal zijn snelste ronden in de race langzamer dan de poletijd.
's Morgens tijdens de GP2 regende het, maar 's middags tijdens de race was de baan droog en was het 30 graden.
Op vrijdag waren er 40.000 toeschouwers, op zaterdag 53.000 en op zondag 100.000.