Bij haar geboorte in het destijds bij het Keizerrijk Rusland getrokken Poolse stadje Kolno, ontving de latere Gertrude Blanch de naam Gittel Kaimowitz. Haar moeder heette Dora Blanc, haar vader Wolfe Kaimowitz. Zij was de jongste in een gezin met zeven kinderen. Haar vader emigreerde naar de Verenigde Staten en in 1907 volgden Gittel, haar moeder en een zus hem naar New York.[2][3]
Opleiding
Zij ging naar de basisschool in Brooklyn en doorliep het middelbaar onderwijs aan de Eastern District High School, waar zij in 1914 haar diploma behaalde. In datzelfde jaar overleed haar vader en ging Gittel werken. Veertien jaar had zij kantoorbanen, maar zij spaarde in die periode om naar vervolgonderwijs te kunnen gaan. Haar voornaam had zij intussen veranderd in Gertrude en in 1921 was ze Amerikaans staatsburger geworden. In 1927 overleed haar moeder. Daarna schreef Gertrude Kaimowitz zich in aan een avondschool aan Washington Square College, onderdeel van de New York-universiteit. Vijf jaar later behaalde zij daar haar BSc-graad in wiskunde, met natuurkunde als bijvak, en veranderde haar achternaam in Blanch. Gertrude Blanch was lid van het eregezelschap Phi Beta Kappa. Drie jaar later promoveerde zij in de algebraïsche meetkunde op de dissertatie Properties of the Veneroni Transformation in S4[4] aan de Cornell-universiteit in Ithaca (New York). Haar begeleider was Virgil Snyder.[2][5]
Carrière
Eerst verving zij een collega als bijlesdocent aan Hunter College en vervolgens werkte zij als boekhouder.[2] In 1938 werd ze Director of Mathematics en Manager of Computation bij het Mathematical Tables Project in New York. Dit project ressorteerde onder de Works Progress Administration (WPA). Haar taak was om algoritmen te ontwerpen die onder haar toezicht werden uitgevoerd door 450 rekenaars, ‘computers’.[noot 1] Vele rekenaars hadden maar beperkte rekenvaardigheden, maar de algoritmen met foutcontrole waren zo goed, dat de uitkomsten decennia lang de standaard vormden voor oplossingen van transcendente functies.[6] Dit project werd later het Computation Laboratory of the National Bureau of Standards.[7]
Blanch bleef voor Mathematical Tables Project werken, dat toen de WPA in 1942 werd opgeheven zelfstandig verder ging. Tijdens de Tweede Wereldoorlog opereerde het als voornaamste rekencentrum van de Amerikaanse regering. Tot de diensten waarvoor het berekeningen uitvoerde, behoorden het Office for Scientific Research and Development (Bureau voor Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling), het leger (ballistische berekeningen), de marine (navigatietabellen) en het Manhattanproject. Gertrude Blanch bleef haar team gedurende de oorlogsjaren leiden.[7]
Onder het Mccarthyisme werd haar carrière gehinderd door de verdenking van de FBI, dat Blanch een heimelijke communiste zou zijn,[2] waarschijnlijk omdat haar zuster lid was van de Communistische Partij van de Verenigde Staten[3] en zijzelf alleenstaand was zonder kinderen. In een door haar geëiste hoorzitting wist zij met verve haar naam te zuiveren.[9][bron?]
Het Institute for Numerical Analysis werd in 1954 gesloten en Gertrude Blanch ging werken voor de Electrodata Corporation in Pasadena. Nadien verruilde ze die firma voor het Aerospace Research Laboratory op de Wright-Patterson Air Force Base in Dayton,[1][10] waar zij werkte aan Mathieu-functies.[noot 2] Daar sloot zij in 1967 haar carrière af.[3] Na haar pensionering werd Blanch door de Ohio State University als consultant ingehuurd. Na afloop van haar contract keerde zij in 1970 terug naar Californië.[7]
Onderscheidingen
Gertrude Blanch vielen de volgende eerbetuigingen te beurt.
Gertrude Blanch kan worden gezien als enerzijds de laatste en belangrijkste leider van de menselijke ‘computers’ (rekenaars), of anderzijds als een van de eerste numeriek wiskundigen voor elektronische computers.
Blanch publiceerde meer dan 30 artikelen over de hybrid functional,[noot 3] numerieke wiskunde en Mathieu-functies. Deze zijn verzameld in The Gertrude Blanch Papers (1932–1996),[11] beschikbaar via het Charles Babbage Institute van de Universiteit van Minnesota in Minneapolis.
Onder meer:
1945: Tables relating to Mathieu functions, National Bureau of Standards
1946: On the computation of Mathieu functions, J. Math. Phys. 25, 1-20
1950, with Roselyn Siegel: Table of modified Bernoulli polynomials
1952: On the numerical solution of equations involving differential operators with constant coefficients
1953:
On the numerical solution of parabolic partial differential equations
met Henry E Fettis: Subsonic oscillatory aerodynamic coefficients computed by the method of Reissner and Haskind
1955, met I. Rhodes: Table of characteristic values of Mathieu's equation for large values of the parameter, J. Wash. Acad. Sc. 45, 166-196
1960: The asymptotic expansions for the odd periodic Mathieu functions, Transactions of the American Mathematical Society, Trans. Amer. Math. Soc. 97, 2, 357-366
1962, met D. S. Clemm: Tables relating to the radial Mathieu functions, deel 1 Functions of the first kind (boek)
1964: 20. The Matthieu functions, hoofdstuk in Milton Abramowitz en Irene Stegun: Handbook of Mathematical Functions, United States National Bureau of Standards. In de tiende druk van 1972 op pp. 721–750
1965, met D. S. Clemm: Tables relating to the radial Mathieu functions, deel 2 Functions of the second kind (boek)
1966: Numerical aspects of Mathieu eigenvalues
1969, met D. S. Clemm:
The double points of Mathieu's differential equation
Mathieu's equation for complex parameters. Tables of characteristic values (boek)
↑ abcde(en) O’Connor, John J; Robertson, Edmund F, Gertrude Blanch biography. mathshistory.st-andrews.ac.uk/Biographies (april 2009). Gearchiveerd op 6 februari 2020. Geraadpleegd op 6 mei 2020. . op 6 februari 2020.
↑(en) Association for Computing Machinery, (ACM); (in de Edmund C. Berkeley Papers (CBI 50), Box 9, Folder 1), ACM 1948 Membership Directory. gallery.lib.umn.edu; Charles Babbage Institute, University of Minnesota (21 mei 1948). Gearchiveerd op 15 juli 2023. Geraadpleegd op 12 mei 2020.