Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij in het Franse leger en raakte zwaargewond in de buurt van Longuyon. Voor ongeveer 1 jaar was hij aangewezen op krukken om te kunnen lopen. Later componeerde hij en won hij met zijn werken verschillende prijzen zoals de Prix Lili Boulanger (1917), de Prix Lépaulle (1919), de Prix Halfen (1920) en de prijs van de Fondation Blumenthal (1921).
Vanaf 1937 doceerde hij aan La Schola Cantorum in Parijs. Verder produceerde hij uitzendingen van de omroepmaatschappij Radio-Cité van 1937 tot 1939. Van 1949 tot 1961 was hij conservator van het instrumentenmuseum van het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs. Door de "Société des Auteurs, Compositeurs et Éditeurs de Musique" (SACEM) werd hij onderscheiden met de Grand-Prix de la musique française.
Als componist schreef hij werken in verschillende genres. Zijn stijl was beïnvloed door de muziek vanuit de renaissance en het barok, maar ook als mengeling met de stijl van Gabriel Fauré en Claude Debussy. Hij waardeerde de Franse luitisten en de stijl van Jean-Philippe Rameau.
Naast zijn werkzaamheden met het componeren besteedde hij ook aandacht aan de schilderkunst. Hij ontwikkelde een talent als kunstschilder en kon in de jaren 1917, 1919 en 1923 in grote Parijse galerijen zijn werken tentoonstellen. Verder schreef hij gedichten. Deze zijn dan weer soms terug te vinden in zijn eigen composities. Tot slot is hij auteur van boeken over thema's uit de muziekgeschiedenis en over muziekesthetiek.
Composities
Werken voor orkest
Symfonieën
1919-1920Symfonie nr. 1 "Les Agrestides", voor orkest - première: 29 april1922 in Parijs
1939-1946La Passion, oratorium in twaalf delen - première: 25 juli1957 (Het werk is in 1959 opgenomen in 1999 op 2 cd's gepubliceerd door Elisabeth van der Ploeg (sopraan), Tony Jaanus (alt), A.Roodenburg (tenor), K. Deenik (bariton), Henk Driessen (bas), het NCRV Vocal Ensemble en koor en Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Marius Voorberg - ARION ARN268468)
Essais pour une esthétique générale, Paris, 1920 – 2e éd. 1937.
Appoggiatures résolues et non résolues, Paris, 1922-1931.
Jean-Philippe Rameau et le génie de la musique française, Paris, 1930.
Lexique de quelques termes utilisés en musique, Paris, 1947.
2 volumes de poèmes (2 boeken met gedichten), Paris, 1950-1951.
Matériaux et inscriptions, Toulouse, 1970.
Kaléidoscope et Miroirs ou les images multipliées et contraires autobiographie, Toulouse, 1970.
Les écrits de Georges Migot, un recueil d'articles, 4 volumes, Paris, 1932.
Bibliografie
Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
Gilles Catagrel, Xavier Darasse, Brigitte Francois-Sappey, Georges Guillard, Michel Roubinet, Francois Sabatier: Guide de la musique d'orgue, Fayard, 1991, 840 p.
Jean-Marie Londeix: Musique pour saxophone, volume II : répertoire général des oeuvres et des ouvrages d' enseignement pour le saxophone, Cherry Hill: Roncorp Publications, 1985.
C. Lathan: Et trad. Georges Migot : the man and his work, Strasbourg, 1982.
Lucien Poirier: La désignation sous le titre de "livres d'orgue" de deux recueils de musique pour orgue de Georges Migot, in: L'Orgue, No. 177 (1981), pp. 10-15.
Antoine Trainaud: La philosophie de Georges Migot, Poitiers. 1980. dissertation. 111, 182 p.
Therese Menard: Georges Migot. La musique pour piano seul, 1919-1946, Strasbourg 2 (Strasbourg). 1979. dissertation. 115 p.
Alain Pâris : Georges Migot in Universalis, 1977.
Marc Honegger: Catalogue des œuvres musicales de Georges Migot, Strasbourg: Les Amis de l'œuvre et de la pensée de Georges Migot, Institut de musicologie 1977. XXXII. 126 p.
Marc Honegger: Introduction à Georges Migot, musicien, in: Schweizerische Musikzeitung. 105 (1965), pp. 348-356.
Marc Honegger: Georges Migot. Zur Erneuerung der geistlichen und liturgischen Musik in Frankreich, in: Musik und Kirche. 31 (1961), pp. 19-24.
Marc Honegger: Georges Migot. Zur Erneuerung der französischen Vokalmusik, in: Musica. 8 (1954), pp. 381-383.
Marc Honegger: Georges Migot où "Le retour de la musique a ses origenes vocales", in: Schweiz. Musikzeitung. 94 (1954), pp. 329-331.
Georges Migot : compositeur et humaniste, 1891-1976. Exposition du 7 juin au 2 juillet 1977, Bibliothèque nationale et universitaire ... Strasbourg, Strasbourg: Bibliothèque nationale et universitaire 1977. IV, 61 p.
Georges Migot, in: Le Courrier Musical de France. 28 (1969), pp. 225-242.
Marc Pinchard: 75e anniversaire de Georges Migot, compositeur francais, in: Musica-Disques. 1966, No. 146, pp. 6-10.
Marc Pinchard: Connaissance de Georges Migot, musicien francais, Paris: Les Ed. Ouvrieres 1959. 133 p.
Antoine Bender: Georges Migot: Grand Prix de la Musique francaise, in: Caecilia. Strasbourg. 67 1959, pp. 147-151.
Clarendon: La Passion de Migot in: Le Figaro, 18 décembre 1946