In 1896 werd hij leraar op de Teekenschool voor Kunstambachten. Dit bleef hij tot 1912. Rueter ontwierp reclamedrukwerk, affiches, kalenders, ex-librissen en was boekbandontwerper. Zo was hij verantwoordelijk voor de vormgeving van band en schutbladen van de gerenommeerde boekenserie 'Nederlandsche Historische Bibliotheek', die verscheen bij Meulenhoff. Zijn schutbladen sieren veel van Meulenhoffs boeken uit de periode 1905-1925. Hij ontwierp de omslag van de twaalfde jaargang van het tijdschrift De Architect (1901) en ook ontwierp hij de eerste kinderpostzegels in 1924.
Daarnaast was Rueter een veelgevraagd portretschilder. Hij vereeuwigde onder anderen vele hoogleraren van de Universiteit van Amsterdam.
Vooral in de jaren na de oorlog verwierf Rueter grote faam als schilder van bloemstillevens. Zijn atelier De Gulden Snede genaamd, was gevestigd op het Haarlemmerplein 42 hoek Planciusstraat in Amsterdam, boven de drukkerij van de Gebroeders Braakensiek waar zijn vader Christiaan Rueter in 1882 directeur en mede-eigenaar van was geworden.
Het karton (ontwerp op ware grootte) van het Marnixraam in de Pieterskerk in Leiden
Realisatie van het Marnixraam (detail)
Expositie
In 1999 organiseerden het Drents Museum in Assen en Teylers Museum in Haarlem een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk, waarbij een catalogus verscheen.