Na zijn terugkomst in Denemarken dirigeerde hij verschillende orkesten in het "Concert du Boulevard" en "Circus Variety". Van 1870 tot 1880 was hij gedurende de winterseizoen dirigent van een orkest in "Blanchs Kafé" in Stockholm en had soms zijn eigen orkest, waarmee hij concertreizen door heel Denemarken maakte. Vanaf 1880 verzorgde hij met een harmonieorkest concerten in verschillende Deense steden en in Kopenhagen. In 1891 werd hij opvolger van zijn oudere broer Carl als dirigent van het "Tivolis Koncertsals orkester", terwijl zijn broer Carl verder dirigent was van het "Tivolis harmoniorkester". Georg bleef in deze functie tot 1897. Vervolgens werd hij dirigent van het orkest, dat concerteerde in het restaurant Wivel. In 1908 moest hij als gevolg van een psychische ziekte bij het orkest ontslag nemen en ging met pensioen. Tot aan zijn dood bleef hij in het psychiatrisch ziekenhuis op het schiereiland Oringe in Vordingborg.
Op 6 september 1872 huwde hij Nina Caroline Wendrich.
Als componist schreef hij dansen, liederen en werken voor het muziektheater.
Dydsdragonen, farce met zang in 1 akte - tekst: Johan Willer - première: 26 mei1911, Kopenhagen, Tivolis Glassal
Vocale muziek
Liederen
Julemærket, voor zangstem en piano
Kamermuziek
Strijkkwartet nr. 1
Strijkkwartet nr. 2
Bibliografie
Dan Fog: Musikhandel og Nodetryk i Danmark efter 1750 : I Musikhandel 1750-1854, Copenhagen: Dan Fog Musikforlag, 1984, 507 p.
Dan Fog: Hagens samling i Det kongelige Biblioteks Handskriftafdeling. Kilder til dansk musikhistorie samlet af S.A.E Hagen, Kobenhavn: Det kongelige Bibliotek, 1981, 167 p.
Gunnar Andersen: De Rene glaeder : Musikforeningen Euphrosyne fylder 100 år 1875 7. februar 1975, 1975, 71 p.
Erik Brauns: Musiklivet i Halmstadt vid sekelskiftet 1900 (1880-1916), Stockholm: Svanback & Nymans Forlag, 1969, 163 p.