Gemeentelijke administratieve sanctieEen gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) is in België een straf, meestal een boete, die een gemeente kan opleggen voor inbreuken op haar gemeentereglement. Het is op die manier een instrument om op lokaal niveau een antwoord te bieden aan de problematiek van openbare overlast. GeschiedenisHerkomstHet systeem van gemeentelijke administratieve sancties wordt mogelijk gemaakt door de wet van 13 mei 1999.[1] Deze wet werd in minder dan twee maanden ingediend, besproken en goedgekeurd door het Parlement.[2] Met dit instrument is het de bedoeling dat de gemeenten de problematiek op een administratieve manier kunnen aanpakken. Het doel van de wet bestond erin het gevoel van straffeloosheid tegen te gaan door bepaalde inbreuken en weinig ernstige gedragingen (die tóch als overlast worden ervaren) niet langer strafrechtelijk te laten afhandelen, maar eerder door een administratieve sanctie. De wet heeft de Nieuwe Gemeentewet op drie onderdelen gewijzigd:
Pas in 2001 verscheen er een rondzendbrief[3] die enkele praktische zaken van de wet regelde. Mede hierdoor bleef de wet een dode letter. HervormingenDeze wet werd in de loop van de jaren verscheidene malen gewijzigd.[4] In 2004 werden heel wat strafrechtelijke overtredingen gedepenaliseerd, waardoor de gemeenten de mogelijkheid kregen om deze overtredingen op te nemen in hun politiereglement en al dan niet te bestraffen met administratieve sancties. Bovendien werd er een aantal inbreuken geselecteerd die weliswaar strafbaar blijven, maar die ook in het gemeentereglement kunnen opgenomen worden. Het werd ook mogelijk om jongeren tussen 16 en 18 jaar te bestraffen. Een andere wijziging introduceerde de bemiddelingsprocedure; deze is verplicht voor de minderjarigen. In juli 2005 werd een reparatiewet gestemd en goedgekeurd die enkele hiaten en procedureproblemen moest oplossen. Later volgde nog een nieuwe verklarende rondzendbrief.[5] In het najaar van 2012 werd door de federale ministerraad, op aangeven van de Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet, beslist om de reglementering rond de gemeentelijke administratieve sancties te verstrengen: o.a. de minimumleeftijd zou verlaagd worden naar 14 jaar, de boetes zouden hoger zijn en meer ambtenaren zouden bevoegd worden.[6][7][8] Op 30 mei 2013 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsontwerp[9] ter verstrenging van de wet op de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet) goed.[10][11] Daarin werden alle voornoemde maatregelen opgenomen. De verstrengde wet ging op 1 januari 2014 van kracht. ToepassingsgebiedDe gemeenteraad kan een administratieve sanctie voorzien bij een inbreuk van zijn gemeentelijk reglement. Enkele voorbeelden: reglementering betreffende openbare rust (grasmaaien, ijsventer, vuur maken, ...) openbare veiligheid (honden aan leiband, werken die hinder veroorzaken,...) en openbare gezondheid (sluikstorten, wildplassen, voetpad sneeuwvrij houden,...) Bovendien laat de wet toe volgende misdrijven administratiefrechtelijk te sanctioneren: Inbreuken van eerste soort
Kunnen vastgesteld worden door politieambtenaren en -agenten, bepaalde gemeentelijke ambtenaren en gemeenschapswachten, bepaalde provinciale en gewestelijke ambtenaren, bepaalde ambtenaren van de vervoersmaatschappijen en bewakingsagenten (deze laatsten hebben enkel 'aangifte'-bevoegdheid). Inbreuken van tweede en derde soort
Inbreuken van de vierde soort (GAS4)
Het betreft niet alle bepalingen van stilstaan en parkeren. De Wegverkeerswet bepaalt bovendien dat de volgende zaken niet strafrechtelijk maar met een retributie of belasting worden gehandhaafd: parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren en parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart. Inbreuken van de vijfde soort (GAS5)Op 1 februari 2021 trad artikel 29quater van de Wegverkeerswet in werking, die gemeenten de mogelijkheid geeft om voor beperkte snelheidsovertredingen een administratieve geldboete te bepalen onder de volgende voorwaarden:
Trajectcontrole kan dus met GAS5 verwerkt worden. SanctiesDe gemeenteraad kan de volgende administratieve sancties bepalen:
De boete waarvan sprake in 1° wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar van de gemeente. Indien de overtreder niet akkoord gaat, is beroep mogelijk bij de politierechtbank. Een voorstel tot bemiddeling of tot gemeenschapsdienst kan reeds aan het begin van de administratieve procedure voorgesteld worden. Ook minderjarigen vanaf 14 jaar kunnen een geldboete opgelegd krijgen. Voor hen is het bedrag echter beperkt tot maximaal 175 euro en er dient steeds een bemiddelingspoging aan vooraf te gaan. In geval van mislukking of van weigering kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen of een gemeenschapsdienst voorstellen. Een procedure van ouderlijke betrokkenheid (ouders op hoogte brengen, hun opvoedkundige maatregelen bevragen, een gesprek aangaan,...) is voorafgaandelijk verplicht. De jeugdrechtbank is in dit geval de bevoegde beroepsinstantie. Tegen de beslissing van de politie- of jeugdrechtbank is enkel nog cassatieberoep mogelijk. RegisterDe gemeenten moeten een register bijhouden van de GAS-boetes die zij hebben opgelegd. Meerdere gemeenten kunnen dat samen doen. Voor en tegenHet systeem van de GAS-boetes heeft zijn voor- en tegenstanders. Het systeem laat toe kleine, lokale problemen kort op de bal aan te pakken.[13] Critici beweren dat er zo een wildgroei ontstaat van boetes, waarbij vooral bepaalde (jongeren)groepen zouden geviseerd worden. Het systeem leidt ook tot een versnippering aangezien elke gemeente het begrip 'overlast' anders invult. Een coherent strafbeleid voeren is op die manier niet mogelijk.[14] Fel bekritiseerd zijn bijvoorbeeld de boetes voor:
Daarenboven is er ook in juridische kringen veel tegenstand omwille van een verwatering van de scheiding der machten (de gemeente die optreedt als wetgever, uitvoerder én rechter). Ook wordt het legaliteitsbeginsel volgens sommigen met de voeten getreden, omdat de sancties een penaal karakter hebben. Ten slotte is er ook nog de vraag of men feitelijk wel toegang heeft tot een rechter. Hoewel de wet toelaat dat men beroep aantekent bij de politierechtbank, gebeurt dit niet per automatisme (in tegenstelling tot wat er gebeurt bij weigering tot betaling van een minnelijke schikking van het parket). De vermoedelijke overtreder moet zelf een advocaat onder de arm nemen om een zaak aanhangig te maken bij de politierechtbank, en dit voor een bedrag dat niet hoger kan zijn dan 350 euro. Critici beweren dat het op deze manier wel juridisch mogelijk is om een beroep te krijgen bij een onafhankelijke rechter, maar dat dit in de praktijk onmogelijk gemaakt wordt. Het beroep zou zo immers een privilege zijn van vermogende burgers die er een principekwestie van maken. Trivia
Zie ook
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|